‘Een enkele keer gooide ik graag alles overboord. Met het kind en het badwater erbij. Vrijheid.’ Aldus kunstenaar Hans Broek (1965), die al vanaf zijn vroege jeugd de drang had de wijde wereld in te trekken om elders een nieuw leven op te bouwen. (1) Het liep iets anders, maar het leerde hem wel om tijdens verblijven in andere werelddelen vanuit nieuwe perspectieven naar zijn kunstenaarschap én zijn homeland te kijken en daar vorm aan te geven. Onlangs verscheen zijn oeuvrecatalogus, een mooie aanleiding om met hem mee te kijken naar zijn ontwikkeling. Temeer omdat een actueel thema als het Hollandse koloniale en slavernijverleden momenteel de hoofdmoot van zijn werk vormt. Het is een pijnlijke geschiedenis die lange tijd verdoezeld en onderbelicht bleef. Ons land koloniseerde over de gehele wereld: onder meer in Afrika (Angola, Ghana en Senegal), Azië (Myanmar), Amerika (New York, Brazilië), in Suriname en Indonesië, waarmee ons land een complexe en lange koloniale band onderhield. De VOC verscheepte en verhandelde tot een miljoen slaafgemaakten om er te werken, om nog maar niet te spreken over de bloedige onafhankelijkheidsoorlog die Nederland er in 1945 met geweld begon. Ten koste van het leed van honderdduizenden heeft het Holland goudgeld opgeleverd.
Schuldexcuses
De Nederlandse overheid heeft onverklaarbaar laat, pas in 2023, schuldexcuses gemaakt in een poging met deze schuldvraag in het reine te komen. Hans Broek was er eerder bij. Zijn eerste ‘onderzoeksresultaten’ in de vorm van weergaloos grote schilderijen waren reeds in 2020 te zien in museum De Pont. Voor de medeplichtigheid van een ver familielid aan de slavernij bood hij zelfs excuses aan. (2) Broeks galerie Roof-A wijdde in 2022 aandacht aan de toedracht van onze koloniale geschiedenis en het slavernijverleden met een presentatie van zijn werk in de tentoonstelling Herengracht, een duo-tentoonstelling met de jonge kunstenaar Michelle Piergolam, die in háár werk verhalen bevraagt uit de duistere periode van de slavernij in Suriname.
Als er iets op Hans Broek van toepassing is, dan is het wel de bevrijding om (kunst)zaken achter je te laten, en op een andere plek invulling te geven aan je kunstenaarschap. (3) Hij noemde zichzelf eens ‘een reizende landschapsschilder in de geest van de 17de-eeuwse Haarlemse schilder Frans Post’, die zijn land verliet om ‘nieuwe werelden’ te schilderen. Broek is een schilder en tekenaar van landschappen, stadsgezichten, portretten en architectuur, wiens onderwerpen door de jaren heen radicaal konden omslaan. Altijd met andere, nieuwe motieven in een veranderend idioom dat zich beweegt tussen figuratie en abstractie. Zijn ‘verhalen’ zijn van alle tijden; herkenbaar maar over verschillende periodes door grote veranderingen ook dikwijls ongrijpbaar. Het oeuvre is dan ook niet in een bepaalde stroming onder te brengen, wel hebben zijn werken stilaan meer een politieke lading gekregen. Met het uit de doeken doen van de heftige koloniale geschiedenis van het Nederlandse slavernijverleden is de aanvankelijk tamelijk vrijmoedige toon uit zijn werk verbannen.
Na zijn opleiding aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten (1991-1993) verruilde hij in 1995 Nederland voor de Verenigde Staten, waar zijn toenmalige vriendin woonde. De Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst had hij toen al op zak. (4) Hij zocht zijn heil in Los Angeles (1995-2005), verbleef vervolgens in New York (2005-2018). Nadat hij de Verenigde Staten weer verliet werden Afrika (Sénegal, Dakar, Angola) en Suriname belangrijk werkterreinen.
Los Angeles
In strakke panoramische schilderijen verbeeldde de kunstenaar de structuur van de nieuwe wereld in Los Angeles, met zijn snelwegen, silhouetten van glooiende heuvels met strak gepleisterde villa’s en lichtpuntjes in nachtelijke landschappen. Tussen miljoenen burgers uit alle landen van de wereld voelde hij zich meteen als ‘een vis in het water’, ondanks het feit dat hij pal naast een wijk woonde waar duizenden zwarte mensen in kartonnen dozen huisden, een ‘verstoten’ gemeenschap. Hij maakte de armoede op straat en het racisme van dichtbij mee, maar kon zich er als witte man betrekkelijk rustig bewegen. Het fascineerde hem hoe al die groepen destijds zonder al te veel frictie in de miljoenenstad konden samenleven, terwijl er toch een grote raciale spanning heerste. Denk aan de Rodney King-rellen en de OJ Simpson-‘trial’ die al achter de rug waren toen Broek in de Verenigde Staten arriveerde.
Wat hem in het landschap aansprak, waren de juiste maatvoering, de contrasten tussen natuur en cultuur, en de zorgeloos blauwe hemel aan de westkust. Met zijn onverwachte interpretaties van wat hij om zich heen zag, blies hij het landschapsgenre nieuw leven in. Verstedelijkte, koele en heldere landschappen met precisie geschilderd. Veel van dat werk oogt direct, filmisch, realistisch of juist imaginair. Met alles erop en eraan: bergen, bomen, struiken, gebouwen wier vormen door de lichtval scherp uitkomen. Geen mens te zien ook. Bekijk Hollywood (Z.T.), een langgerekt doek met een laag rechthoekig huis rechts, met zes verschillende bomen in het gelid die de gehele linkerhelft van het doek vullen. Hun silhouetten tekenen zich donker af tegen het ochtendlicht, dat witgloeiend van de aarde optrekt, als ware het een optrekkend rolgordijn. Het nieuwe licht stroomt door de doorzonwoning, daarachter verandert een boom in een dreigend masker. De ruimte is weloverwogen en architecturaal ingericht, de natuur brengt de Nederlandse landschapskunst in herinnering. Een vergelijkbaar schilderij is het hieronder afgebeelde Beverly Blvd. Kunsthistorisch refereert het aan de eigentijdse figuratieve benadering van de Renaissance schilderkunst. Niet voor niets noemt Hans Broek met nadruk de 17de–eeuwse landschapsschilder Hercules Seghers.
De kunstenaar Broek liet zich nog jaren inspireren door de stedelijke omgeving van Los Angeles en het wilde, weidse landschap van de westkust: Amerikaanse auto’s en tankstations, eenzame villa’s op heuvels boven de zee en panorama’s bij nacht zijn belangrijke motieven in zijn werk. Veelal zijn die werken ontstaan uit indrukken van autotochten, ingezoomd op de rafelranden van de stad. Uitzichten abstraheerde hij tot een raster van heldere, gloeiende puntjes verf, die hij met tape en sjablonen aanbracht. Dingen in het landschap reduceerde hij tot koele vormen, stippen en rechthoeken. Bij het aanschouwen van deze schilderijen nemen eigen herinneringen aan de westkust bezit van me: de uitgerekte boulevards, de vergezichten en de Californische heuvels waar ik begin jaren negentig rondtoerde, ook in dat imponerende nachtelijke landschap met zijn miljoenen fonkelende lichtjes.
Gedurende zijn verblijf in de Verenigde Staten is Broeks werk niet aan Nederlandse aandacht ontsnapt. In 1993 debuteerde hij bij de avant-gardegalerie Art & Project, na een bezoek aan Rusland: schilderijen van ouderwetse Russische ‘limousines’ (de Volga als de Russische Mercedes), geabstraheerde impressies van snelwegen én met vrij heftig geschilderde, desolate landschappen waarmee de kunstenaar teruggreep op de traditie van realistische landschapsschilderingen. Museum De Pont verzamelt zijn werk al sinds 1994, waar in 1997 ook zijn eerste museale tentoonstelling The Open Road plaatsvond.
Hans Broek – 10 Years
Het resultaat van zijn eerste verblijfsjaren in Los Angeles toonde de kunstenaar in 2004 in de tentoonstelling 10 Years in het Dordrechts Museum, een overzicht met 35 werken. Schilderijen van twee bij drie meter waren geen uitzondering, zijn onderwerpen lijken trouwens moeilijk op klein(er) formaat te passen. Veel van zijn eerste Amerikaanse schilderijen bevatten motieven van lege auto’s en verlaten huizen in grijs-grauwe tinten. In latere breekt het licht door: ijl en hard in de ochtend, stralend op het midden van de dag, ’s avonds smeulend aan de einder met vuurvliegjes in de nacht. (5) Met talloze ritmisch opflikkerende lichtjes geeft Broek de onmetelijkheid en verdichting van het landschap weer, waarin natuur en cultuur samengaan. Nachtstukken in een toon van zwart-wit en kleurnuances, de zon achter de horizon verdwenen waardoor villa’s, bomen en bergen alleen in contour en als monochrome vlakken te zien zijn. Of hij abstraheert verkeer, snelwegen en gebouwen, boulevards die als een lavastroom van lichte stippen door de zwarte heuvels trekken. In zulke werken is Broek op zijn best, vanwege de vereenvoudiging van het motief, teruggebracht tot schilderkunstige ingrepen. Dubbelzinnigheden die de kunstenaar maximaal uitbuit. 2012 uit 1998 schilderde hij in slechts twee kleuren (een contrastwerking van donkerbruin en zeegroen) met een witte rechthoek voor een verlicht raam en een geelwitte streep voor een verlichte deur. Het glooiende dak van het huis bestaat uit een transparante verfstreek. Het onderhuids woekeren van spanning, onvoorspelbaarheid en ja beklemming, zijn centrale thema’s in Broeks werk, zoals teweeggebracht door schaduwen van struiken en donkere silhouetten van bomen met hun open gebladerte.
Zijn landschappen werden in Los Angeles stilaan abstracter, maar Broek wilde niet dat er ‘alleen maar vierkantjes en stipjes op zijn werk zouden overblijven’. Hij zocht toen de connectie naar meer emotionele drijfveren, hetgeen in New York vorm kreeg. In 2018 vertrok hij uit de Verenigde Staten, ook al omdat de grote galeries op Chelsea zijn werk niet in tentoonstellingen presenteerden, de verkoop stokte, en hij zich vooral op nieuwe onderwerpen wilde werpen. In Los Angeles was hij al bij het inpakken van dozen voor zijn verhuizing naar New York een boekje van de genealoog Broek tegengekomen, een registratie van zijn familiegeschiedenis, die terugging tot 1320. Het legde een link naar een verre voorzaat in de 17de eeuw, Adriaen Pz Raep, bestuurslid van de Admiraliteit van Amsterdam, die onder meer de handel in mensen uit Afrika beschermde. Opeens was er een link tussen wat Broek buiten op straat zag gebeuren, en wat zijn familie in het verleden had ‘uitgespookt’. Voor de kunstenaar was het de directe aanleiding om de duistere geschiedenis van het slavernijverleden te gaan onderzoeken.
Nieuw werk
In 2005 vond Broeks tentoonstelling Nieuw Werk plaats bij galerie Torch. De uitnodiging met de afbeelding van Fall uit 2005, een zwaar opgemaakt, teer en slank modelachtig meisje dat achterover in het luchtledige lijkt te vallen, is de voorbode van een radicale nieuwe richting. Fall staat diametraal tegenover de consistente vergezichten van Los Angeles. Op deze nieuwe solo hingen tekeningen en monumentaal geschilderde jonge vrouwen, met wapperende haren en dikke oogschaduw, steevast in schuine posities. Ook interieurs, geschilderd met een losse kwaststreek, balancerend tussen figuratie en abstractie. In New York ontdekte hij ‘als een Columbus’ onbekende continenten, hetgeen hem tot een uitzonderlijke productiviteit bracht en tot een andere manier van werken leidde. Tientallen doeken vervaardigde hij voor tentoonstellingen bij zijn galeries Torch, Tanya Rumpff, Newman Popiashvili in New York en Fahnemann in Berlijn, waar solo’s plaatsvonden. Werken naar originelen van Titiaan, portretten van actrices uit films en tv-series. Keizers, koningen en soldaten, jachttaferelen, seksueel getinte scénes met vrouwen die in een fel licht, ontkleed op tafels liggen, omringd door donkere silhouetten van toeschouwers trekken aan het oog voorbij. (6) Heldere kleuren en vormen maken plaats voor een schetsmatige penseelstreek die naar impressionistisch neigt. Met recente schilderijen was hij vervolgens te gast bij zijn vaste galerie Tanya Rumpff, in 2008/’09 en 2010.
Dat beeldende kunstenaars radicaal van onderwerp veranderen is niet ongewoon, veelal blijft hun handschrift dan consistent. Bij Hans Broek lijkt dat nauwelijks het geval. Wanneer hij een nieuw thema vastpakt, verandert zijn handschrift mee.
Wending: van film naar schilderkunst
Van 2010 tot 2014 werkte Hans Broek met een concept dat hij duidde als ‘het vertalen van film naar schilderkunst’. De tentoonstelling in het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch in 2010 is in dit verband vermeldenswaard. Broek maakte daarvoor een videofilm over ‘superieure moraliteit en hypocrisie’. (7) De presentatievorm bestond uit een installatie in drie ruimtes met schilderijen en één ruimte met deze video. Scènes uit klassieke films, met name uit Eyes Wide Shut van Stanley Kubrick, vormden de inspiratie voor de schilderijen. Vervolgens maakte hij een jaar later bij galerie Gerhard Hofland de expositie Delacroix makes a Movie, een titel waarmee hij verwees naar de 19de-eeuwse schilderijen van Delacroix en naar de film Il Gattopardo van Luchino Visconti uit 1963. Hierin liet Broek zich beïnvloeden door de relatie tussen Delacroix en Visconti en de gebeurtenissen in de wereld. Zoals het schilderij La liberté guidant le peuple uit 1830 van Delacroix dat het voor die tijd actuele thema van de junirevolutie verbeeldt, of de film Il Gattopardo die het thema revolutie, maatschappelijke verandering en het dilemma tussen arm en rijk aan de orde stelt. Sleutelscènes uit die film zijn het onderwerp van zijn schilderijen, waarin het idee vorm kreeg. Voelde Hans Broek hiermee de tijdgeest goed aan? Hij wilde in ieder geval werken met onderwerpen uit de actualiteit, zoals ambigue filmbeelden van de Arabische Lente. Hij zag overeenkomsten tussen de beelden op tv, de kunstgeschiedenis en de gekozen film. De verwarring naar welke beelden je zat te kijken refereerde aan de verwarring van die tijd.
Het slavernijverleden
Het boekje over de familie Broek bleek een nieuwe inspiratiebron om in Afrika, Suriname en Curaçao naar sporen van ons macabere slavernijverleden te gaan graven. Vele archieven en bibliotheken heeft hij ervoor afgestruind. Niet als historicus die de geschiedenis dient te beschrijven, maar als (ver)beeldend kunstenaar. Aan de Atlantische Oceaan bezocht en onderzocht hij de architectuur van slavenforten, slavenkerkers en plantagehuizen die vaak, al dan niet overwoekerd, nog recht overeind bleken te staan. In Suriname deed hij onderzoek en las er gretig de publicaties van historici en sociologen die juist vanuit een niet-wit perspectief redeneerden. In zijn atelier prijkt een indrukwekkende stapel boeken over Suriname. In 2019 keerde de kunstenaar terug uit Afrika en betrok in Muiden een atelier om aan een nieuwe reeks te beginnen: grimmige schilderijen waarin de pijnlijke bewustwording van de schuld van zijn voorzaten zichtbaar werd. Aldus legde hij in schilderingen verborgen wortels bloot om in te zoomen op het rijke weefsel van culturen. Uiteindelijk bracht het hem tot een omvangrijke serie confronterende werken ‘vol beheerste’ woede, waarin kerkers en celdeuren fungeren als stille getuigen van wat zich onder Nederlands bewind heeft afgespeeld. Begin 2020 toonde hij een deel daarvan in Galerie Leopold Sedar Senghor in Dakar en in De Pont in de tentoonstelling The Things I Used To Do, die door de lockdown slechts een maand te zien was (uiteindelijk verlengd werd tot en met 12 september 2021). Broeks beelden van locaties waar veel Afrikanen slavenarbeid verrichtten of gevangen werden gehouden alvorens te worden verscheept, zijn de schuldige plekken van het kwaad. De confrontatie met de restanten van architectuur, gewelfde ruimtes en vochtige kelders waar slaafgemaakten werden opgesloten, bleek voor de kunstenaar een griezelige ervaring. Plaatsen van groot onrecht en delicten, van een ongemakkelijke en angstaanjagende directheid. Op Vrouwenkerker is zo’n plek afgebeeld: een getraliede poort in een verweerde muur. Het doek is groot, de verf dik en zwaar, alsof de muur er letterlijk uit is opgetrokken, het gehele schilderij ijselijk koel en zwartwit, als symbool van de kloof tussen twee bevolkingsgroepen. Wie heeft die kerkers gebouwd? Wie heeft dit systeem bedacht en in stand gehouden? Vragen waar je oog in oog met dit werk niet aan ontkomt.
Gescheiden werelden
In Afrika ondervond Broek naar eigen zeggen ook het gevoel van ‘Daar komt weer een witte kunstenaar veel geld verdienen aan ons zwarte verhaal’. Een kunstenaar van kleur wordt wel geacht in zijn werk ‘zwarte’ kwesties aan te kaarten, zoals slavernij en discriminatie, alsof het ‘exclusieve’ onderwerpen zijn die de witte gemeenschap niet aangaan. Hans Broek zal er ongetwijfeld aan verdienen, in het professionele kunstcircuit is zijn werk gewild. Hij moet er naar eigen zeggen ook veel voor investeren. Tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten werd hij al met veel maatschappelijke kwesties en vragen geconfronteerd. Hier veranderde langzaam zijn blik op de omgeving, toen hij zag hoe de witte en de Afro-Amerikaanse bevolking als twee gescheiden werelden langs elkaar heen bewegen en hij geraakt werd door de armoede die hij daar niet los van kon zien. Terwijl in de Verenigde Staten het debat over deze kloof en de slavernij die eraan ten grondslag ligt al sinds de jaren zestig scherp werd gevoerd, realiseerde hij zich dat er in Nederland weinig of nooit over werd gesproken. De slavenhandel, een goed geolied economisch systeem waar Nederland eeuwenlang aan had verdiend, had de geschiedenisboekjes niet écht gehaald, maar blijkt diep in onze samenleving te zijn verankerd. En dan blijken zijn eigen voorzaten er nauw bij betrokken te zijn geweest. Het opgedoken boekje over zijn familiegeschiedenis, die verweven bleek met de VOC, de WIC en andere bestuursfuncties, bleek een eye-opener.
Persoonlijk betrokken
Volgens de familiestamboom was het ver zeventiende-eeuws familielid, Pieter Adriaenzn. Broek bestuurder van de Amsterdamse Admiraliteit. Daarmee had hij indirect een aandeel in de slavenhandel en kwam dat verleden heel dichtbij. Daar staat hij dan, levensgroot: de schatrijk geworden Pieter Adriaenzn. Broek, de enige mens midden op een immens, ruim acht meter breed drieluik. Links en rechts twee donkere slavenkerkers waarin het zonlicht door kleine raampjes in rood en blauw naar binnen prikt. Later veranderde deze voorzaat zijn naam in Raep, volgens historici was het in de 17de eeuw een gewoonte om zich naar het huis te noemen waarin men woonde. Zijn woonhuis (huis ’s-Hertogenbosch) staat op de Dam, naast Krasnapolsky. In de gevel is een raap afgebeeld. De familie Raep bleef het familiewapen Broek voeren. Is Broek de verpersoonlijking van het kwaad, of de mens in wie we ons kunnen herkennen? Hier tegen deze rood-wit-blauwe achtergrond staat niet alleen Hans Broeks verre oudoom, maar staan wij allemaal. En als we het verleden niet onder ogen willen zien, staan we er zo weer opnieuw. Daarom wil de kunstenaar ons met deze geschiedenis confronteren, en de setting waarin die zich voltrok ondubbelzinnig in beeld brengen. Zijn werk moet de kijker stof tot overdenking bieden, hij moet het verdriet en de rouw van de gevolgen van de Hollandse handelsgeest kunnen voelen. Broek wil zijn ervaringen en bevindingen delen, en zo een bijdrage leveren aan het verminderen van het racisme. Zijn schilderijen mogen niet behagen. De zwaarte van een groots onderwerp wordt onderstreept door grootse formaten. Net als kunstenaar Armando (1929-2018) beweegt Hans Broek zich in de donkere krochten van onze geschiedenis behendig heen en weer tussen documentatie en suggestie, tussen verf en realiteit, op zoek naar sublimiteit.
Wanderlust – Watamula
Bij bezoek aan de tentoonstelling Wanderlust – Watamula (actuele kunst over vrijheidsverlangen en expansiedrift) in 2022-’23 in het Dordrechts Museum troffen mij twee werken, die voor veel onderhuidse nodige spanning zorgden. Ze verbeelden de wrede, rauwe zijde van het slavernijverleden in Suriname. Het monumentale, knallende schilderij Plantage Sorghvliet (2020) is een actuele versie van ‘het schuldige landschap’, een term van Armando, die een plek des onheils zo benoemde. Broek geeft hierop de Surinaamse smeulende en broeiende natuur alle ruimte, als metafoor voor menselijk geweld. De ‘schuldige architectuur’ van een plantagehuis wordt overwoekerd door een bloedrood en bloedmooi landschap, de schoonheid van het kwaad. En dan doemt het ijzig zwarte werk Sociëteit van Suriname (2022) op. Een meeslepend en spookachtig schilderij met het motief van het Paleis op de Dam, vroeger het stadhuis in Amsterdam, waar de Sociëteit van Suriname haar onderkomen had. Boven het gebouw pakken zich donkere, dreigende wolken samen. De dikke met paletmes pasteus aangebrachte verf vertelt het duistere verhaal van het systeem van de slavernij en maakt het gebouw niet mooier dan het is. Een beklemmende aanklacht, die zich ondubbelzinnig ontvouwt maar door het contrast van licht en donker, ook met een open oog voor schoonheid. Hier gaf Hans Broek zicht op twee kanten van hetzelfde verhaal.
Herengracht
De al gememoreerde tentoonstelling Herengracht in galerie Roof-A illustreerde de architectuur van de Hollandse machthebbers in de koloniale hoogtijd van rijkdom en welvaren, de grachtenpanden in de hoofdstad die hun status uitventten. Op het gelijknamige schilderij openbaren zich onder een gloeiende hemel Amsterdamse grachtenpanden met hun nummering en tekstuele aanklachten die aan duidelijkheid niets te wensen overlaten. (8) Het verbeeldt Broeks afrekening met die gouden glorietijd. Door de reusachtige afmetingen van de schildering leek je het werk onder een vergrootglas te zien, een documentaire waarheid. In de betrekkelijk kleine ruimte van de galerie en in de sfeer van een drukbezochte artist-talk met onder anderen Hans Broek en Michelle Piergolam, op een snikhete dag in juni 2022, werd de zwaarte van het onderwerp extra uitvergroot. In interviews besteedden de deelnemers toen veel aandacht aan de wijze waarop de politiek in Rotterdam zich tot het koloniaal verleden moest verhouden.
Ontwikkeling en activiteiten 2023
Vorig jaar trok Hans Broek wederom naar Suriname. Hij zag er Fort Zeelandia, waar destijds op de binnenplaats de slaafgemaakten werden verhandeld. Hij legde aan bij plaatsen langs de Crommewijne waar de in Afrika slaafgemaakten werden aangevoerd. Of hij zakte de Boven-Surinamerivier af om overwoekerde plantages van landbouwondernemingen te bezoeken als Atjoni en Jodensavanne, die producten produceerden voor de wereldmarkt. Hier verrichtten de slaafgemaakten hun gedwongen arbeid. De nazi’s bestudeerden in de 20ste eeuw hoe Nederlanders met slechts enkele opzichters door terreurbewind grote groepen sterke mensen in bedwang konden houden. Hier en daar zijn gebouwen nog zichtbaar, in de koloniale tijd het chique onderdak voor de plantagebeheerders. Een aantal panden is al eens gerestaureerd, maar inmiddels alweer in slechte staat of ingestort door de krachtige natuur die het hout aanvreet. In de solotentoonstelling Boven-Suriname, onlangs in zijn galerie Roof-A, toonde Broek het resultaat van zijn recente reis naar Suriname.
Stedelijk Museum Amsterdam
Kunstenaar Renzo Martens betoogde onlangs in een podcast dat de belangrijkste financier achter de bouw van het Stedelijk Museum in Amsterdam (SMA), de familie Van Eeghen, haar geld verdiende met koloniale exportproducten uit Indonesië: cacao, koffie en tabak. De winsten, waarmee elke baksteen van het gebouw is bekostigd, werden behaald ‘ten koste van talloze geknechte mensen en nauwelijks betaalde arbeiders, waarbij inheemse manieren van bestaan werden ontwricht’. Volgens Martens zou het SMA, wil het echt dekoloniseren, zijn volledige aankoopbudget moeten besteden aan ‘ondervertegenwoordigde’ kunstenaars in uitgebuite plantage-gemeenschappen, als compensatie voor het feit dat het SMA gefinancierd is met winsten uit de koloniale handel. (9) Zou het SMA Renzo Martens’ mening ter harte kunnen nemen? Hans Broek zou het ‘geweldig’ vinden, waarmee hij zich onwillekeurig mengt in deze actuele ‘museale’ discussie over het Hollandse koloniaal verleden. Wellicht kan zijn uitgesproken opvatting bijdragen om het ongemakkelijke van de relatie met het slavernijverleden in de kunst om te zetten in een gemakkelijker omgang met het verleden. Broeks werk verbeeldt toch het grote trauma en de rancune die er de laatste jaren bij veel nazaten van slavernijslachtoffers uitkomt. Hij heeft er beeldend patent op. Feitelijk hebben de meeste Nederlanders profijt getrokken van de slavernij. In brede zin excuses maken ligt dan voor de hand. Hans Broek deed het in kleine kring, met een ‘dikke’ opgestoken vinger verwijzend naar zijn familieband met het verleden. Wat hem betreft zijn herstelbetalingen en dialoog belangrijke invalshoeken. De vraag is of die in de toekomst zullen resulteren in een ‘gemakkelijkere omgang’ met het koloniaal verleden. Renzo Martens vertegenwoordigt ons land dit jaar op de Biënnale van Venetië.
Met het aan de kaak stellen van een actueel, beladen en controversieel onderwerp als het slavernijverleden heeft Hans Broek zich pregnant gepositioneerd in de beeldende kunst. Gezien zijn voortdurend wisselende ideeënwereld is hij er nog lang niet over uitverteld. Een verblijf voor langere tijd in Suriname ligt in het verschiet. Het maakt nieuwsgierig naar volgende fases in zijn ontwikkeling.
Noten
- Zie Oeuvrecatalogus Hans Broek, column ‘Vrijheid’.
- In de Oeuvrecatalogus Hans Broek is de tekst opgenomen van zijn schuldexcuses tijdens de Ketikoti-viering op 4 juni 2022 in Tilburg; ook op YouTube te zien.
- Zie Hugo J. Postma in interview met Hans Broek in de Groene Amsterdammer, ‘Iedere relatie is een soort sadomasochistische relatie’, 16 november 2007.
- Tijdens zijn studie aan de Rijksacademie won hij in 1992 met de schilderijen To the Wilderness en De Wildernis de Koninklijke Subsidie. De kunstenaars Jan Beutener en Han Schuil waren belangrijke leermeesters.
- Zie Marina de Vries in de Volkskrant, ‘Nuchter met een vleugje mystiek’, 2 maart 2004.
- Zie voetnoot 3.
- Zie de uitgave Superiority.
- Zie afbeeldingen elders in de paragraaf ‘Schuldexcuses’.
- Martens voerde in Congo concepten uit, die vaak pijnlijk en confronterend waren. Met zijn ‘white cube’-programma ontwikkelt hij een nieuw ecologisch en economisch ‘postplantagemodel’ gebaseerd op kunst. Hierin volgt en stimuleert hij plantagearbeiders om hun land terug te kopen van internationale bedrijven. Fysiek is White Cube een door OMA ontworpen gebouw in de Congo, speciaal voor tentoonstellingen en bijeenkomsten gewijd aan kunst en sociale evenementen
Bronnen waaruit geciteerd is
- Stichting Koninklijk Paleis, Koninklijke Subsidie voor Vrije Schilderkunst. Amsterdam: Stichting Koninklijke Paleis, 1992.
- S.N., ‘Hans Broek’. In: Kwartaalbericht Museum De Pont, 1996.
- Moniek Peters (inl.), Bernard Balleine, Hans Broek & Frank Hettig, Hans Broek. 10 Years. Tentoonstellingscatalogus. Dordrecht: Dordrechts Museum, 2004.
- Jennie Hirsch & Hugo J. Postma, Hans Broek. Rotterdam: Veenman Publishers, 2007. Inhoud circa 60 afbeeldingen, voornamelijk portretten periode 2006-2007 (afbeeldingen van onder anderen Nora Brady en Isabella Rosselini). Zelfde uitgave ook van galerie Fahnemann t.g.v. van zijn expositie in 2007 in Berlijn.
- S.N., Hans Broek. Superiority. Uitgave t.g.v. tentoonstelling in Stedelijk Museum Den Bosch in 2010. ’s-Hertogenbosch: Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch, 2010.
- Edo Dijksterhuis, Dominic van den Boogaard, Wilma Süto & Hans Broek, Hans Broek. Oeuvrecatalogus. Veurne: Hannibal Books, 2023.
- https://www.mistermotley.nl/plantagehuizen-slavenforten…/
- www.hansbroek.com
- Gesprek met Hans Broek op atelierbezoek in Kortenhoef, 18 juli 2023
sorry Michiel… ik geloof geen bal van het werk van Hans… dure imponeer kunst… waar hij weer rijk van wordt… klaar met de rich en famous in LA ( ja, om de hoek woonden ze in kartonnen dozen ) en volkomen oninteressant geschilderd… ja hoor! Veel “onderzoek”… en dan schilder je er een rijke 17e eeuwer tussen… erg hè…dat we dat deden… en iedereen stinkt er in…en zijn bankrekening groeit… mij lijkt dat enige bescheidenheid gepast is, als je als witte man je meent uit te moeten spreken over het slavernij verleden…
sorry Michiel… ik geloof geen bal van het werk van Hans… dure imponeer kunst… waar hij weer rijk van wordt… klaar met de rich en famous in LA ( ja, om de hoek woonden ze in kartonnen dozen ) en volkomen oninteressant geschilderd… ja hoor! Veel “onderzoek”… en dan schilder je er een rijke 17e eeuwer tussen… erg hè…dat we dat deden… en iedereen stinkt er in…en zijn bankrekening groeit… mij lijkt dat enige bescheidenheid gepast is, als je als witte man je meent uit te moeten spreken over het slavernij verleden…
Tja Roland, het werk van Hans Broek volg ik al jaren en heb er veel affiniteit mee, zonder dat ik hem ooit persoonlijk ontmoette. Voor mijn verhaal ben ik vorig jaar één keer bij hem op atelierbezoek geweest. Met zijn ‘onderzoek’ naar het slavernijverleden heeft hij een wel zeer actueel thema bij de kladde. Zeker nu de kunstenaar er een familieconnectie mee heeft.
Mij intrigeren met name ook de radicale omslagen die hij in zijn werk heeft gemaakt, waar ik niet helemaal goed grip op heb gekregen.
Ja, en dan zijn bankrekening, die ken ik niet, ook niet van andere kunstenaars…..altijd een gevoelige zaak in de kunstwereld. Ik houd me er in mijn schrijfsels over kunstenaars verre van, het gaat mij om de kunst. Waar de schoen hier wringt denk ik wel in te kunnen voelen.
En zoals in het artikel staat gaan ‘zwarte’ kwesties als kolonialisme, slavernij en discriminatie niet alleen zwarte kunstenaars aan maar vooral de witte gemeenschap. Broek doet die zaken pregnant uit de doeken. Hij is er niet bescheiden in en m.i. terecht.