Fragment uit ‘Miss Interpreted’, 1997 © Rudolf Evenhuis & Joost Verhey.
(Upload: Matthias Beindorff)
Over de portretten van Marlene Dumas kan ik weinig te berde brengen, dat niet al eerder door zoveel auteurs onder woorden is gebracht. Dat kan ik wel over Bert Slijk; het is een wonderlijke ervaring hem op een schilderij van haar te zien staan. In 2008 zie ik het pas voor het eerst, afgebeeld in de publicatie Maar wie ik ben gaat niemand wat aan. Zoals het op pagina 43 is afgedrukt kan het portret van Bert me hoofdpijn bezorgen. De portretten van Marlene Dumas kun je niet anders dan met grote bewondering aanschouwen. Tegelijk kunnen ze behoorlijk wat emoties losmaken. Als geen ander weet Marlene Dumas de gemoedstoestand van mensen, of de illusie daarvan, te verbeelden.
Portret van Bert op het Hooghuys schilderij © Marlene Dumas
Weliswaar schildert ze figuratief, haar onderwerpen zijn eigenlijk abstract; ze gaan over relaties tussen mensen en roepen associaties op met angst, dood, verdriet, liefde, verlangen of erotiek. Hoe beeldend weet zij zulke thema’s in de vele koppen op het Hooghuys schilderij te pakken. Dit werk van Marlene Dumas is een portrettengalerij uit 1990 en bestaat uit 36 kleine schilderijen, elk 60 bij 50 cm. Als een postzegelvel van groot formaat hangen ze in een zes bij zes-opstelling aan de muur van een leefruimte van de psychiatrische inrichting van de GGz Breburg, Regio Breda. Bert Slijk opent de tweede rij: met de onafscheidelijke pet, een sigaar in de mond en het ene, nog betrekkelijk goede oog, immer naar links loerend. Het onderwerp van de portrettengalerij laat zich raden: bijzondere, ongelijksoortige mensen met een beperking, ziekte of verstandelijke handicap. Waarschijnlijk is het Hooghuys schilderij, samen met het in dezelfde periode geproduceerde 2- delige olieverfschilderij Hell, (The people of the artworld in Monets Lake of Searoses) Dumas’ grootste werk, maar het is zeker niet een van haar bekendste. Dat is niet zo verwonderlijk want in een vooraanstaand museum van moderne kunst is het niet te zien. Het Hooghuys schilderij maakt ook geen deel uit van een invloedrijke collectie en in boeken en catalogi kom je het maar sporadisch tegen. Relatief weinig mensen hebben het kunnen aanschouwen, ook al omdat het slechts twee of drie uitstapjes naar prestigieuze tentoonstellingen maakte. De bevoorrechte kijkers zijn de medewerkers en cliënten van de psychiatrische inrichting Het Hooghuys in Etten-Leur, waar het een niet alledaagse plaats heeft tussen de dagelijkse maaltijden van het restaurant: soep, frites, salades, gehaktballen en wat dies méér zij.
Het Hooghuys schilderij
Het Hooghuys schilderij, 1990 © Marlene Dumas en GGz Breburg
Dat Bert op een schilderij van Marlene Dumas is beland berust op een jammerlijk ongeluk dat hem op 23-jarige leeftijd overkwam. Hij was een energieke gozer, doorgaans opgewekt en vrolijk van aard, met een goed gevoel voor humor. Die ging vaak tot op het bot. Het was Bert ten voeten uit. Op jeugdige leeftijd blonk hij al op veel terreinen uit: hij was een talenwonder, muzikaal begaafd, vooral op trompet en piano. Daarnaast speelde hij niet onverdienstelijk hockey. Met enkele vrienden richtte hij, ondernemend als hij was, de nog steeds bestaande Bredase Honkbalclub op. Verwend en geïdealiseerd door zijn ouders was hij niet de gemakkelijkste gabber. Hij was ook in trek bij de meisjes. Na zijn HBS bracht Bert zijn militaire dienst door in het Duitse Mönchen-Gladbach. In hoofdzaak schreef hij daar epistels voor de in het garnizoen aanwezige aalmoezeniers. Na verschillende baantjes her en der toog Bert naar Brussel, waar hij als muziekjournalist bij HUMO ging werken. Dat weekblad had toen de fameuze Johan Anthierens als hoofdredacteur. Voor dit populaire muziekblad interviewde hij toenmalige popsterren als Louis Armstrong, Petula Clark en waarachtig ook de Beatles.
Bert en zussen Marja (l) en Carin, 1963 / Bert en vriend Robert in Den Haag, 1963
Zijn carriëre eindigde echter abrupt in een zomerse nacht van 1965 op de Europaboulevard in Amsterdam. In gezelschap van vriendin Loes botste Bert daar met zijn witte VW kever op een lantaarnpaal. Beiden moesten uit het wrak gezaagd worden. Hij belandde met ernstig hersenletsel in het ziekenhuis, waar men hem zes maanden moest verplegen. Lichamelijk herstelde Bert allengs, zijn hersenen waren echter blijvend beschadigd. Het gezichtsvermogen raakte hij gedeeltelijk kwijt: aan een oog was hij blind en met het linker kon hij nog het een en ander onderscheiden, maar dan slechts vanuit één richting. Bert’s leven en dat van zijn omgeving veranderde dramatisch; hij zou het verder in verpleegtehuizen en sociale werkplaatsen doorbrengen, de weekenden vertoefde hij meestal bij zijn ouders. Zijn vriendin overleefde het ongeluk zonder noemenswaardig letsel.
Eind jaren tachtig van de vorige eeuw was het toenmalige Hooghuys (het heet tegenwoordig GGz Breburg) geheel gemoderniseerd en verbleef Bert Slijk in een van de nieuwe kleine woningen op het terrein. Hier waren de cliënten grotendeels op zichzelf aangewezen. In het kader van de 1 procentsregeling en in overleg met het Praktijkbureau Beeldende Kunstopdrachten was Marlene Dumas in 1989 door de kunstcommissie verkozen een kunstwerk voor deze psychiatrische instelling te vervaardigen. Aanvankelijk had de commissie nog wel enige twijfels bij Marlene’s werk, vanwege de zwaarte van toon in haar schilderijen en de wijze waarop zij kleuren en contouren vaak in haar portretten afvlakte of wegpoetste. Die twijfels verdwijnen als sneeuw voor de zon, op het moment dat Dumas er aan het werk gaat. De toenmalige medewerkers herinneren zich haar als een prachtige, vrolijke vrouw, warm en betrokken, die zonder spatjes of kapsones met iedereen goed uit de voeten kon. Niet in de laatste plaats met de cliënten, die zich meteen bij haar op hun gemak voelden. Onder hen Bert Slijk, door Hans den Hartog Jager in zijn bijdrage aan Maar wie ik ben gaat niemand wat aan steevast aangeduid als de vrouwenliefhebber. Bert stortte zich blijkens zijn relaas vrijelijk in Dumas’ armen. Een dergelijke kennismaking met zo’n vrouw als Marlene was Bert wel toevertrouwd. Eind jaren tachtig was Marlene Dumas al een gevierd kunstenaar, ook internationaal. Juist in die periode, aan de vooravond van de Documenta 1992 in Kassel, steeg haar artistieke ster in een rap tempo. Zelf prijs ik me gelukkig, dat ik al eind jaren tachtig, als lid van de toenmalige Commissie van Advies van het Haags Gemeentemuseum over de aankoop van het schilderij Snow White and the Broken Arm van Marlene Dumas kon meebeslissen. Onder het bewind van de toenmalige directeur Rudi Fuchs was dat overigens een formaliteit.
Snow White and the Broken Arm, 1988 © Marlene Dumas en Gemeentemuseum Den Haag
De mens in al zijn complexiteit en verschijningsvormen is voor Marlene Dumas een onuitputtelijke bron van inspiratie. Als bron voor haar geschilderde portretten gebruikt zij doorgaans foto’s. De onderwerpen moet ze ‘life’ gezien hebben, voordat ze deze voor een schilderij kan gebruiken. Tijdens het schilderen moeten die beelden in haar hoofd zitten, krijgen ze gestalte en ontdekt ze er dikwijls nieuwe dingen aan. Foto’s worden dus slechts gebruikt om de afbeeldingen op het schilderij te krijgen. Voor het kunstproject in Etten–Leur poseerden cliënten en medewerkers voor haar Polaroidcamera. Ook legde Dumas huisdieren en attributen van cliënten vast. Het schilderen zelf verrichtte de kunstenaar op haar atelier in Amsterdam, dat bewoners en medewerkers enkele malen bezochten om de vorderingen te bekijken.
Bezoek van enkele geportretteerde cliënten in Marlene Dumas’ atelier, juli 1990
Het resultaat is een schilderij met 26 gelijkwaardige close-ups van de menselijke gezichten van cliënten, therapeuten, de toenmalige directeur van de instelling en popster Jim Morrisson met ontbloot bovenlichaam. Allen gaan gelijkwaardig in eenzelfde omgeving op. Ook twee huisdieren, een varken en een wit konijntje alsmede een knuffeldier van een van de bewoners verschijnen ten tonele. Dit alles wordt aangevuld met persoonlijke symbolen van Dumas, zoals de kikker waarvan zij al eerder een schilderij maakte, een geitje, wellicht een verwijzing naar de worsteling met seksualiteit van veel bewoners en de maan, die kan refereren aan de nachten waarin Marlene Dumas pleegt te schilderen. Het is een confronterend schilderij waarin volmaakt en onvolmaakt als het ware in elkaar zijn geschoven. Alsof de kunstenaar naar erkenning van het minder volmaakte lijkt te zoeken. Zelf schrijft ze over het schilderij dat de portretten voortkomen uit een gevoel erbij te horen. Marlene Dumas koestert grote sympathie voor de gemeenschap van het Hooghuys, die haar een nieuw soort respect voor haar bronmateriaal heeft bijgebracht. Het proces heeft haar schijnbaar lang beziggehouden.
Een hommage aan Bert Slijk
Het Hooghuys schilderij (detail) © Marlene Dumas en GGz Breburg
Het portret van Bert is bijzonder. Ingeklemd tussen het varkentje, de directeur, twee bewoners en de door Bert zo bewonderde Jim Morrisson komt Bert erg op z’n Bert’s uit de verf. Alhoewel, mijn blik kan nooit meer objectief zijn. Het is al meer dan 40 jaar geleden dat ik hem heb meegemaakt. Bert kon na zijn ongeluk in uitersten vervallen: van melancholische buien tot uitbarstingen van razernij, waarbij hij ongecontroleerd agressief kon zijn. Voor zijn omgeving bleek hij onhanteerbaar. De weekenden thuis, verjaardagen en feestdagen wist hij zo te verstieren, dat hij zijn familieleden letterlijk het huis uit klierde. Zijn belangrijkste tijdverdrijf bestond uit biljarten en kaartspelen. Dat eindigde geheid in stennis, want Bert kon ontploffen als hij meende dat zijn medespeler(s), meestal zijn vader, vals gespeeld zouden hebben. Sterk als hij was, kon hij met zijn gebalde vuist alles en iedereen vermorzelen, terwijl hij zijn gevleugelde uitdrukking: ‘Christus te paard’ uitbrulde. Bert Slijk bleef ook na zijn ongeluk een liefhebber van vrouwen en muziek, vooral van zigeunermuziek. Eens bezocht hij een optreden van een Hongaars zigeunerorkest, dat hij daarna tot vertwijfeling van zijn ouders mee naar huis nam. De werkelijkheid nam Bert zonder enig normbesef op zijn eigen wijze waar. Zonder gene kon hij de badjuffrouw op de mond kussen, vriendinnen van zijn zusters bij de borsten grijpen of stewardessen de billen betasten. Vervolgens kon hij in het vliegtuig luidkeels aan de passagiers verkondigen dat ‘zij het dachten en hij het deed’. Zoals bij alle portretten heeft Marlene Dumas op zijn gelaat ingezoomd en het gezicht afgetast op zijn gedachten, gevoelens en emoties. Zie je Bert’s opgewondenheid, humor, verdriet of razernij ook terug in het portret? Degenen die hem gekend hebben zullen die zeker in Marlene’s portret herkennen, maar de emoties zitten toch vooral bij de beschouwer en niet in de laatste plaats bij de kunstenaar zelf. Het oker, rood en bruin rond zijn mond en de vaalheid in het gelaat geven Bert in ieder geval een grote mate van kwetsbaarheid.
Bert in de documentaire ‘Miss Interpreted’, 1997 © Rudolf Evenhuis & Joost Verhey (l)
Bert op het Hooghuys schilderij (detail) © Marlene Dumas
Begin 2010 kon ik het Hooghuys schilderij voor de eerste keer in het echt bekijken. Het maakte deel uit van de tentoonstelling Niet Normaal in de Beurs van Berlage. Deze ging over het niet altijd kunnen of willen voldoen aan de norm van het maakbaarheidsideaal: succes in je leven door een geslaagde carrière, een lieftallig gezin, een groot (vrienden)netwerk of een mooi lijf in goede conditie. Een toepasselijk thema voor het Hooghuys schilderij, zeker als je bedenkt dat in en rond de kunstwereld ook niet altijd iedereen als normaal versleten wordt. Kunstenaars ervaren hun omgeving vaak ook anders. Juist het vermogen om andere dingen waar te nemen en de werkelijkheid op een originele manier te zien maakt kunst zo waardevol. Jammer genoeg hing het werk in de Beurs van Berlage wel erg hoog, en omdat Bert al in het tweede rijtje bovenaan hangt was het dubbel lastig dichtbij zijn portret te komen. Wellicht dat de organisatoren het uit veiligheidsoverwegingen zo presenteerden, of vonden ze het daarentegen normaal of juist niet normaal het werk zo te tonen.
Bert Slijk had de gewoonte uren alleen op eigen houtje op stap te gaan: hij bezocht vrienden en kennissen of legde bij café’s en biljartzalen aan. Marlene Dumas kocht eens een roosplantje voor hem toen hij een keer, na een omzwerving in Amsterdam, doordrenkt van de regen in Etten-Leur terugkeerde. Tijdens een vakantie van de Hooghuys bewoners in 2003 aan de Costa Brava in Spanje, zwierf Bert daar ook weer rond. De weg terug naar het hotel kon hij altijd wel vinden, bovendien sprak hij vloeiend Spaans. Maar in de schemer, tijdens een avondwandeling in Salau, viel hij van een talud. Daar werd hij pas de volgende ochtend, bewusteloos, gevonden. Bert lag dagen in coma, overleefde het ongeluk in eerste instantie wonderwel maar overleed uiteindelijk twee jaar later in zijn eigen stoel in het Hooghuys.
Marlene in de documentaire ‘Miss Interpreted’, 1997 © Rudolf Evenhuis & Joost Verhey (l)
Marlene Dumas, Selfportrait at Noon, 2008 © Marlene Dumas en De Pont, Tilburg
Van de geportretteerde personen op het schilderij is anno 2011 nog een enkeling in leven. Met het verstrijken van de tijd zullen de herinneringen aan die bijzondere mensen op Dumas’ schilderij verkleuren en vervliegen. Bij slechts een enkele medewerker, bewoner of bezoeker zal het nog herinneringen oproepen. Zo zal het schilderij van binnen de instelling langzaam naar buiten gedreven worden, vooral naar de kunstwereld als aandenken aan een groot kunstenaar en wie haar kent, inderdaad een warme en betrokken vrouw. Marlene Dumas heeft geen zielige mensen afgebeeld, maar de bewoners juist de kleur gegeven die ze toekomt; ze zijn daardoor het zout in de pap van de samenleving geworden. Zoals het Melkmeisje van Vermeer durf ik een gouden lijstje om Bert Slijk’s portret te denken: De vrouwenliefhebber van Dumas.
Doodsgedicht van Jan Arends op het Hooghuys schilderij © Marlene Dumas
Geraadpleegde literatuur
Ik heb voor dit verhaal gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Allereerst de herinneringen van Carin en Marja, de zussen van Bert Slijk. Belangrijk waren de bijdragen van Hans den Hartog Jager en Marlene Dumas in de uitgave ‘Maar wie ik ben gaat niemand wat aan’ (uitgave van en voor GGz, Regio Breda over kunstprojecten 1989-1993). Ik raadpleegde tevens diverse boeken en catalogi over Marlene Dumas, met name ‘Miss Interpreted’ (uitgave van het Stedelijk Van Abbe Museum, 1992), waarin zij haar gevoel en motivatie van de portretten beschrijft. Ook maakte ik gebruik van het interview van Hans den Hartog Jager met Marlene Dumas in zijn boek ‘Verf, hedendaagse Nederlands schilders over hun werk’ (uitgave Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2006). En uiteraard kwamen mijn eigen herinneringen aan Bert goed van pas.
Het filmpje, met o.a. Bert tijdens de onthulling van het Hooghuys schilderij achter de piano, is afkomstig uit de documentaire ‘Miss Interpreted’, die Rudolf Evenhuis & Joost Verhey in 1997 over Marlene Dumas maakte. De vertoning gebeurt met toestemming van de makers en de kunstenaar.
Michiel,
Met plezier je verhaal gelezen (over bert en marlene).
Groet
Maarten
Ontroerend portret dat weer eens laat zien hoe heel veel geschiedenis in het verborgene wacht in een soort Dorenroosje-slaap totdat . . .
Anno
Hoi Michiel, mooi verhaal, goed geschreven! Leuk dat ik de (pre)conceptie ervan heb mogen meemaken. Ciao, Letje
Bert zou zeggen : “Uit de kunst, dat verhaal, goed geschreven ook.
Aardige kerel, die Michiel”.
En ik ben ontroerd.
Dank je wel.
Dat was nu mijn neef Bert! Geweldig Michiel, bedankt.
Marjolein
Ik was er stil van. Veel momenten uit het verleden met Bert waren weer terug.
Bedankt,
Jos.
Hi Michiel, tis wederom een gedenkwaardig stukje geworden. Ik ken Bert Slijk helemaal niet, dus. Maar jij hebt hem een stukje leven teruggegeven, betekenis gegeven. Wat zou hij nog bereikt hebben, als …..Zag net bij Oprah een echtpaar dat bij een autoongeluk hun drie kleine kinderen verloor – een moment en voor altijd anders. Kende jij hem van de HBS en/of de kroeg?
Ben benieuwd naar je volgende kunstenaar. Liefs
Beste Michiel, Ook langs deze weg: hulde voor je website. Ik ben weer helemaal bij. Genoemde website geeft aan waar ik me tegenwoordig zoal mee bezig houd.
Goede kerstdagen en een gezond 2012 alvast!
Willem Veenstra
De Vrouwenliefhebber van Dumas is inmiddels ook gepubliceerd in Nynade, Kunst & Letteren, nr 16 – december 2011
Dag Michiel,
de hele morgen op mijn gemak al je kunst verhalen gelezen. Wat een mooie website en prachtig geschreven verhalende informatie. Ontroerend mooi portret van Bert en de mooie Dumas. Vanaf nu zal ik een trouwe lezer zijn.
Loes
Kreeg Bert regelmatig mee op lijn 116 van Etten-Leur naar Breda v.v. Een wonderlijke man die ik altijd met een korreltje zout nam. Toch vond ik hem bijzonder, anders dan de andere clienten van het Hooghuys. Nu, na stomtoevallig Googlen, zie ik hem terug in uw verhaal. En alle verhalen die hij ons chauffeurs vertelde, blijken waar… Geweldig!
Was bevriend met Bert in 1962/63 toen wij beiden in Parijs stage liepen. Daarna ben ik naar de VS gegaan voor nog een stage. Toen ik in 1965 terug kwam in NL hoorde ik van zijn ongeluk. Vanaf dat moment, toen hij in het Hooghuys woonde, logeerde hij af en toe wel eens bij mij in Amsterdam en kwam ik wel eens op
verjaardagen bij de familie Slijk in Breda. Mag hij in vrede rusten!
Mooi,gevoelig verhaal.De meest recente verhalen heb ik gelezen.Ik heb je op mijn beginscherm gezet,zodat ik je blog met 1 klik kan vinden,om uiteindelijk alle verhalen te lezen.
Vriendelijke groeten.
Geachte Heer Morel, mijn vriend Hans Kusters en ik waren destijds bevriend met Bert Slijk, zaten samen op school, speelden samen muziek en honkbal. Hans Kusters zat bovendien dicht bij Bert in zijn Belgische periode.
T.t.v., het ongeval en erna ook nog vaak contact gehad, maar m.n. ook tijdens zijn verblijf in het Hooghuys waar ik q.q., vaak kwam. Ik kende het schilderij maar al te goed maar moet tot mijn schande bekennen nauwelijks notie te hebben genomen vh feit dat Bert daarop is vereeuwigd, hoe gek kan het zijn? Uw bijdrage hierboven dank ik aan Hans die vrijdag 23 oktober in het Hooghuys het schilderij heeft bewonderd. Bij dezen mijn waardering voor de bijdrage, een verrijking van mijn cerebrale geschiedenis boek !
Prachtig en ontroerend verhaal.
Was vorige week vrijdag met twee vrienden in het
Hooghuys en heb Bert mogen bewonderen.
Kleine opmerking:
het ongeluk is niet in 1963 gebeurd maar ik dacht in 1965.
Is de publicatie nog beschikbaar?
Een aanvullende anekdote nalv. schilderij Marlene Dumas in Hooghuis.
De jongen met rosse krullen die onder Bert Slik staat
zwierf jaren geleden door Bredase binnen stad
Hij klampte mij wel eens aan; “Jij bent toch getrouwd met dat meisje uit Oudenbosch..?
ik heb geen geld meer voor de bus terug naar Leur”
Ik gaf hem wat…na paar dagen weer de zelfde smoes, ik zei dat ik hem door had.
We dolden een beetje.. ik gaf hem een vijfje en demonstratief kocht hij onder mijn ogen
een kraslot in de sigarenwinkel die toen nog op de Grote Markt gevestigd was
Ik had zojuist een succesvolle tentoonstelling gehad en voelde me “rijk” tov. hem.
Overmoedig beloofde ik hem telkens als we elkaar tegen kwamen dat hij dan een vijfje van mij kreeg.
Tijden lang kon ik me niet in het centrum begeven of hij dook vanuit het niets op me af.
En telkens deed ik mijn belofte gestand.
Het is al weer vele jaren dat ik hem niet meer zie…poor boy…
Herman leeft nog steeds hoor, loopt iedere dag rond in de buurt van Het Hooghuys of op het Adriaan van Bergenplein, een beetje in zichzelf te mopperen. Zijn rossige krullen zijn wit geworden. En jawel, als je hem aanspreek probeert hij weer een euro – of twee – te lenen. 🙂
Dit verhaal heb ik geactualiseerd en met 7 andere verhalen gebundeld in mijn boek ‘Breekijzer op het geheugen’, dat begin januari 2017 is verschenen bij uitgeverij De Zwaluw. Het is te koop voor € 12,60 inclusief verzendkosten.
een mooi verhaal. Laten we hopen dat het werk uiteindelijk in een publieke collectie zijn definitieve plek vindt
Ik hou van Marlene Dumas en jouw manier om het verhaal te vertellen.
Toevallig vandaag het artikel gezien.
Je vraagt je af hoevel bewoners die zijn afgebeeld nog leven..
Eén bewoner in ieder geval wel. Wekelijks zie ik hem nog wel eens voorbij schuiven op het Van Bergenplein
[…] De vrouwenliefhebber van Marlene Dumas – Michiel Morel […]