Het heeft enige tijd geduurd eer ik over de Amsterdamse beeldend kunstenaar Arjan van Helmond (1971) ging schrijven. Er was aanleiding genoeg voor, zeker na het kijkrijke overzicht van zijn werk in Museum More in Gorssel, in 2022. Arjan van Helmond kwam al lang geleden op mijn pad, zijn werk ben ik blijven volgen. Pas onlangs heb ik hem persoonlijk leren kennen, naar aanleiding van zijn deelname aan de expositie Inner Façade bij Heden in Den Haag. Met zijn tentoonstelling De Uitzet in Museum De Wieger in Deurne keert hij terug naar de plek waar zijn roots liggen. Tijd voor een bericht.
Navigator
In de prachtige uitgave Navigator (2007) loodst kunstenaar Arjan van Helmond je door de eerste periode van zijn artistieke loopbaan. Zo’n zestig gestapelde bladen die in een handomdraai van elkaar zijn los te knopen. Over een tafel uitgespreid openbaart zich Van Helmonds dag-/beeldenboek: ‘beschrijvende’ scènes van verstilde ruimtes en interieurs, de leidraad in zijn werk. Inkijkjes in een binnenwereld/-ruimte met (slaap)kamers, trappen, doorkijkjes naar gangen, gelardeerd met meubels, kasten, (tuin)stoelen, tegelvloeren, spiegels, gordijnen, planten, lampen, kranten, vazen, potjes en andere alledaagse huiselijke voorwerpen, alles in een divers en weldadig kleurenpallet. Lege ruimtes, geen mens te zien, sporen van menselijke aanwezigheid des te meer, de taferelen verbeeld vanuit het perspectief van de bewoner, de kunstenaar dan wel de beschouwer. Van Helmond is een scherpe observator van menselijke situaties, al valt er in zijn werk dus geen figuur te ontwaren. Hem boeit bovenal de door menselijke handelingen veroorzaakte actie.
Arjan van Helmond roept beelden op vanuit een specifieke herinnering, al of niet lang-vergeten ervaringen, die hij aan de ‘lezende’ beschouwer doorgeeft. Zijn werken appelleren niet alleen aan de verbeelding van de kunstenaar, maar ook aan die van de kijker. Ze wekken diffuse emoties op. Zo overkomt het mij in ieder geval. Binnen zijn universum mag de kijker meedromen. Hier is een kunstenaar aan het werk die met ogenschijnlijk veel esthetisch plezier al tekenend en schilderend in zijn atelier een verhalend dagboek bijhoudt van de plekken waar hij in de uitoefening van zijn kunstenaarschap verblijft of is geweest. ‘De tijd kun je niet vasthouden, maar de plek waar iets heeft plaatsgevonden herinner je je altijd levendig, tot in de kleinste details’, zegt hij erover.
Het atelier als brein van de kunstenaar
De meeste herinneringen zal Arjan in zijn Amsterdamse atelier ‘ophalen’, vermoed ik. In zijn domein op IJburg kan hij over zijn onderwerpen mijmeren, die onderzoeken of over zijn arbeid reflecteren. Hier heeft hij zijn eigen ritueel en hanteert hij zijn normen en regels, die bepalen hoe het werk uiteindelijk gestalte krijgt. Ik zie voor me hoe zijn blik zich over de schilderijen en tekeningen beweegt, het kader waarbinnen hij in het proces van ontstaan uit noodzaak doch in vrijheid zijn beslissingen neemt, een niet geringe verantwoordelijkheid in het maken van de juiste keuzes die een schilderij recht doen. Daarin kan hij regelmatig van zijn originele plan af dwalen. Zo ontstaat het goede schilderij. Het minder goede ook, maar dat zal het atelier nooit verlaten. Zijn atelier is ruim bemeten, goed van maat en licht en oogt geordend; een ruime werktafel met alle materialen onder handbereik, werk in ‘progress’ aan de muur, kasten met kunstboeken, een koffieapparaat in de aanslag. Een aangename atmosfeer, voor kunstenaars mentaal en fysiek niet zelden een eenzame wereld, is voor zijn kunstenaarschap van importantie.
Zoals uit de beelden in Navigator blijkt, roepen de geschilderde voorstellingen van die verstilde interieur-scènes vaak een ingetogen sfeer op. Het is stil in die verlaten woon- en slaapkamers met hun beslapen bedden, maar er lijkt iets te gaan gebeuren, hetgeen een mysterieuze, ja hier en daar sinistere lading aan een voorstelling kan geven, alsof je zomaar op de filmset van een thriller terecht bent gekomen. Daar zal het hem niet om te doen zijn.
Intieme ervaringen
Het zijn vooral Van Helmonds intieme ervaringen bij het zien van interieurs die hij in beeld wil brengen, ook in andere series beelden die hij nauwkeurig in onderwerpen onderscheidt. Met het werken in groepen als Staircase, Cabinet, Chair, Atelier, Floor, Hotel, Wall, Corridor, Afterparty of meer abstracte als Reflection en Neutral Zone geeft hij betekenis aan het werk en duidt hij de individuele kwaliteit ervan. Lees wat hij zelf over zijn innerlijke waarneming betoogde: ‘We proberen onze omgeving zo in te richten dat we er ons gelukkig in voelen. Het wordt onderdeel van onze identiteit. De dingen waarmee we ons omringen in ons dagelijks leven vormen een schaduw van wie we zijn. Het huis waarin we wonen, het meubilair, het tapijt onder onze voeten, de kleur van het behang, souvenirs en prullaria in de kast aangeschaft om er gelukkiger van te worden’(uit: What speaks to us. Arjan van Helmond). Zo probeert Arjan de weerklank van herinneringen en sentimenten voel- en ‘hoorbaar’ te maken. Inspiratie haalt hij uit alledaagse taferelen in zijn dagelijkse omgeving, ook uit voorwerpen die je doorgaans nauwelijks een blik waardig gunt maar die toch iets in zich dragen dat het alledaagse doet overstijgen. Ze vertellen iets over de kunstenaar zelf (en over ons). ‘Onbijzondere dingen’ worden ze ergens genoemd. Toen Van Helmond na het verschijnen van Navigator in Berlijn woonde (2007-2013), struinde hij met zijn vrouw rommelmarkten af om spullen voor hun woning te zoeken, niet precies wetend wat zij zochten. Het viel hem op dat hij heel selectief keek, en die voorwerpen niet waarnam. Dat perspectief zou een goed uitgangspunt blijken voor het opbouwen van een schilderij, om alledaagse voorwerpen uit te lichten, het allergewoonste als stoelen, vaasjes of citroenen diepgaand te onderzoeken en verder uit te werken in al of niet samengestelde beelden.
Fotografie als bron
De oorsprong van zijn schilderingen ligt in fotografische bronnen, materiaal dat hij vooral in zijn eigen archief of op internet vindt. Zo spitte hij een periode alleen advertenties van makelaars door. Een foto of een serie foto’s zit ergens tussen de realiteit van de voorstelling en het schilderij. De handeling van er bewust naar kijken levert hem specifieke herinneringen op over hoe de gevonden plek zich tot zijn eigen ervaringen verhoudt: kijken, herinneren en herbeleven. Om afstand te nemen van de fotografische bron zoekt hij al schetsend zijn weg naar een narratieve structuur, compositie en kleurcombinatie. Niet zelden openbaart zich de oplossing door een extra beeldelement toe te voegen of juist weg te laten, waarmee de realisatie van de voorstelling iets kan opleveren dat niet voorzienbaar was. Gaandeweg is hij meer vanuit zijn eigen bronmateriaal gaan werken. Het schilderen is onmiskenbaar het interessantst als het aan een herinnering refereert.
Papier als drager
Typerend voor Arjan van Helmond is dat hij graag het medium papier gebruikt, als drager van zijn tekeningen en schilderingen. Het is echt zijn ‘ding’. Papier biedt hem perspectief en veel vrijheid om tot een gewenst resultaat te komen. Door op papier te werken kan hij het formaat van zijn werk naar eigen believen aanpassen door te knippen of erin te snijden, teneinde het motief opnieuw in te kaderen. Papier is minder weerbarstig dan doek. Schilderingen op (vellen) papier kunnen een (onverwachte) lichtheid bewerkstelligen, die je minder hebt wanneer je op doek met meer substantie werkt. Daardoor kunnen details ook sneller worden weergegeven. Arjan werkt met watergedragen verven, in combinatie met gouache en acryl, ook ei-tempera of aquarelverf in dunne lagen. Zo kan hij een intensiteit in kleur opbouwen zonder heel verzadigd te moeten werken. Zijn schilderingen zijn in presentaties doorgaans in rijen naast elkaar gerangschikt, niet ingelijst, hetgeen het idee van een dagboek versterkt. Het werken op papier kan bij hem een zekere opwinding opwekken. De laatste jaren werkt hij ook op doek, ondanks de beperkingen die een vast formaat hem oplegt.
What speaks to us (2022)
What speaks to us is de tweede mooi verzorgde uitgave van Arjan van Helmond, die hij samen met een team van ontwerpers naar eigen idee en concept maakte. Het verscheen in 2022 aan de vooravond van zijn overzichtstentoonstelling Re-Collection in Museum More, die twintig werken vanaf 2007 omspande. Hier ontvouwt zich een ‘nieuw’ terrein van de kunstenaar: fragmentering in de tijd. Het uitgangspunt is de gedachtegang van de Franse schrijver Georges Perec, befaamd om zijn geschriften over het ‘verwaarloosbare’ van alledaagse, ‘gewone’ dingen, maar die juist wel onze maatschappij ‘maken’. In dat verband spreekt Perecs toepasselijke essay ‘Nader tot wat?’, over de noodzaak om het alledaagse onder de aandacht te brengen, boekdelen. Kort gezegd komt het er in Perecs tekst op neer dat de media, de dagbladen in dit geval, iedere dag verslag doen van bijzondere gebeurtenissen als natuurrampen, maar dagelijkse, ‘gewone’ dingen geheel veronachtzamen. “Wat echt gebeurt, wat we meemaken, het overige, al het overige, waar is dat? Wat elke dag gebeurt en elke dag terugkomt, het banale, het alledaagse, het vanzelfsprekende, het gangbare, het gewone, het ‘onder-gewone’, de achtergrondruis, het gebruikelijke, hoe moeten we daar rekenschap van afleggen, hoe moeten we dat beschrijven?” aldus Georges Perec. Het is betekenis geven aan het schijnbaar irrelevante, ja het nutteloze dat de schilder hier te berde brengt. (De oorspronkelijke tekst ‘Nader tot wat?’ van Perec is in 1973 gepubliceerd als ‘Approches de quoi?’ in Cause commune, nr 5, feb. 1973, p. 3-4])
Lemon, 2019, 40×35 cm
Arjan van Helmond heeft in deze periode van ‘gefragmenteerde werken’ het banale meer ‘specifiek’ gemaakt en het idee van series of groepen zoveel mogelijk laten varen. Uit diverse series hebben curator Marieke Jooren en de kunstenaar voor Re-Collection de ‘beste’ werken geselecteerd, die de bezoeker sterke mate confronteerden met de wijze waarop Van Helmond met verf ‘omspringt’. Precies wat schilderen ons wil zeggen: verf op doek, vorm en kleur. In tegenstelling tot een fijnschilder lijkt hij hier met een ogenschijnlijk ‘losse’ verfstreek gewone of zo men wil ‘ongewone’ dingen aan de oppervlakte te brengen en tot het belangrijkste item in zijn werk te maken. Op die manier de emotionele lading van het alledaagse voelbaar maken, dat is Arjan van Helmond ten voeten uit. Het ontwerp van het boek oogt als een vervolg op Navigator. Zo tovert de papieren wikkel op de omslag, mits uitgevouwen, een poster met een samengesteld werk tevoorschijn, een vreemd soort slaapkamer met een tegelpatroon op de vloer. Op de achterkant heeft de kunstenaar delen van de compositie van de voorzijde samen met archiefmateriaal gemonteerd, fragmenten van basale dingen in een samengesteld beeld. De dubbelzijdige afbeeldingen in het boek verbergen ook fragmenten van het doodgewone. Je kunt ze ouderwets opensnijden. Bij het schrijven van dit verhaal ben ik sterk in de verleiding gebracht. Voorshands heb ik die weten te weerstaan, en laat ik het boek mooi intact.
Opleiding en debuut
Arjan van Helmond, opgegroeid in Deurne in De Peel, studeerde een blauwe maandag Industrieel Ontwerp in Delft alvorens hij tussen 1993 en 1997 op de Rietveld-academie belandde, waarna hij zijn studie aan de Jan van Eyck Academie vervolgde. In 2004 rondde hij die af aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunst. Zijn debuut als kunstenaar beleefde hij in 2002 in Tilburg toen hij vier maanden in het gastatelier Van de Nieuwe Dingen verbleef. Zijn oogst, de presentatie Rundumhausen, bestond uit ‘Huizen die overal en nergens kunnen staan’, architectonisch-abstracte schilderijen en tekeningen van oude Tilburgse herenhuizen. Zijn signatuur heeft hij daar met formele abstract-geometrische werken gevonden. Nadat hij de huizen had bekeken en gefotografeerd, eigende hij zich die toe door zelf te fantaseren over wie de bewoners waren of waar de architect bij het ontwerp aan gedacht had. Kortom, architectuur die je emotie bewerkt. De huizen riepen bij hem een eigen gevoel en sfeer op. ‘Portretten’ noemde hij ze, omdat hij de architectuur van de gebouwen menselijke eigenschappen toedichtte. Van Helmonds insteek ligt in veel van zijn latere werken nog dicht bij die formeel-abstracte werken.
Reizen en verblijven
Reizen en elders verblijven is essentieel voor Van Helmonds kunstenaarschap. Hij woonde en werkte geruime tijd in Jakarta, Libanon, Parijs en Berlijn. In Jakarta voerde hij met de Belgische kunstenaar en architect Stani Michiels (1973) in 2006 het project Horizontal and Vertical Observations uit, over de verandering van de stad Jakarta onder invloed van de dramatische, explosieve toename van de populatie, dat tot de bouw van enorme appartementsgebouwen leidde. Terwijl Michiels de stad horizontaal vastlegde met film, verbeeldde Arjan de ervaringen en verhalen van de bewoners in tekeningen op ‘rijstpapier’. Hij werkte in Jakarta ook samen met Ruangruppa, de Indonesische curatoren van de omstreden Documenta 14. In 2022 kwam hij in Kassel weer met hen in contact.
De eerste tentoonstellingen
Zijn eerste solotentoonstelling, Don’t be a stranger, had Arjan in 2004 in Amsterdam in de kersverse Galerie Juliètte Jongma, ook háár debuut als galeriehoudster. Toen toonde hij al werken op papier met acrylverf en gouache met een duidelijke textuur: schemerachtige scènes van verlaten huizen en gebouwen, beelden van interieurs met tegelvloeren en tapijtpatronen, die door een kleurrijk spel een eigen, raadselachtig leven leiden. En zoals in veel van zijn werken manipuleert hij virtuoos met licht: gordijnen en vitrages die als lichtbron en als vlak dienen, dan wel met flonkerend flitslicht op doodgewone voorwerpen. Na een soloshow bij de Londense galerie f(ine) a(rts) projects (maart/april 2005), toen zijn werk bij Saatchi Gallery in collectie kwam, geraakte zijn artistieke loopbaan in een stroomversnelling. Bij f a projects had hij al in 2004 geëxposeerd, samen met Tjebbe Beekman en Geerten Verheus. Beekman en Van Helmond zijn geestverwanten. Ze raakten bevriend aan de Rijksakademie, waar ze onder begeleiding stonden van Luc Tuymans. Arjan kan nog smeuïg verhalen over zijn toelatingsexamen aan de Rijks, waar hij zich met slechts zes kleine, figuratieve tekeningen presenteerde. Dit in tegenstelling tot medekandidaten, die met grote doeken kwamen aanzetten. Luc Tuymans zag al snel de potentie in zijn werk. Hij is een gerenommeerde Belgische kunstenaar, die ‘afstandelijk’ werk vervaardigt waarvoor hij ook foto’s als bron gebruikt en die voor een historische context van het beeld kunnen zorgen.
Tjebbe Beekman, Ilya’s birthroom, 2008, 300×225 cm
Berlijn
Arjan van Helmond en Tjebbe Beekman woonden en werkten een periode tegelijk in Berlijn, Arjan vertoefde er ruim zes jaar met zijn gezin. Ze hadden ieder hun eigen atelier in een voormalige, grauwe Oost-Duitse Stasigevangenis in de wijk Alt Hohenschönhausen, waar dagelijks samen geluncht werd. De Duitse hoofdstad trok in de transitieperiode als een magneet aan Nederlandse kunstenaars, zoals onder anderen ook Ronald de Bloeme, Maarten Janssen, Geer Pouls, Lidwien van de Ven en Helen Verhoeven er verbleven of er nog steeds wonen. Als kunstenaarsvrienden hadden Beekman en Van Helmond een vanzelfsprekende artistieke uitwisseling met elkaar, die voor hun kunstenaarschap bepalend moet zijn geweest. Bezie eens de (geïsoleerde) ruimtes die zij in hun werk wilden vangen en de zichtbare werkelijkheid die ze niet loslieten. Bij Beekman voornamelijk Oost-Duitse huizenblokken en gebouwen, bij Van Helmond binnenruimtes. In deze series verwerkten zij motieven, sentimenten en (fragmenten van) herinneringen. En de foto’s die ze als bronmateriaal gebruikten. In het vereeuwigen van hun plekken zijn hun voorstellingen gaandeweg naar een meer monumentale omvang ‘gegroeid’. Voor mij zijn de hier afgebeelde werken een voorbeeld van een wederzijdse beïnvloeding: Van Helmond schilderde een verlopen, donkere ruimte die als zijn atelier moet gaan dienen, de nieuwe raampartijen staan al klaar voor vervanging, Beekman schilderde een koude en kille kraamkamer. Beide contrastrijke ruimtes bieden met het felle licht van (nieuwe) vensters, respectievelijk een wit kraambed een gelaagd sfeerbeeld, een stralend uitzicht op nieuw leven; het motief scherp getraceerd in de composities. Ook in Beekmans Apotheek (2011) en Van Helmonds Glassware #1 (2012) meen ik vergelijkbare tekenen te kunnen duiden.
Arjan van Helmond, Glassware # 1, 2012, 100×146 cm
Luceberthuis
In 2017 verbleef Arjan van Helmond, met zijn gezin, gedurende negen maanden als gastkunstenaar in het atelier en woonhuis van Lucebert in Bergen. Het werken aan ‘ruimte’ op een plek waar de tijd leek te hebben stilgestaan, vond hij toebehoren aan de oorspronkelijke bewoner Lucebert. Aldus ging hij op zoek naar een ander onderwerp dan de besloten ruimtes waarinhij zich tot dan had bewogen. Hij week uit naar het motief van de zee die bij zijn residency om de hoek lag, verbeeld als een woeste en dreigende stortvloed, die boekenkasten op zijn golven meesleurt en naar onheilspellende diepte dreigt mee te trekken. Het eindresultaat was een delicate en dwingende presentatie in Luceberts huis, waar Van Helmond de zeegezichten aan draden had opgehangen, pal voor de atelierwanden die nog sporen van Luceberts kunst vertoonden. Arjan won er een jaar later de Jeanne Oosting Prijs mee (samen met Charlotte Schleiffert), die vergezeld ging van een tentoonstelling met zeegezichten in museum Kranenburgh. De zee werd in 2019 ook het motief voor een installatie voor het treinstation in Leeuwarden, een groot keramisch tegeltableau, een discipline waaraan Van Helmond zich nog niet gewaagd had. Het vereiste een lange oefening: schetsen en aquarellen maken, fotograferen, uitvergroten, weer verder schetsen, weer fotograferen. Een ontwerp maken en dat op driehonderd tegels schilderen, en dat na de eerste keer bakken bijna was verdwenen. ‘Het matte wit van de tegel moest het witste punt vormen, als schuimkoppen. Kijk je langs de tegels heen dan zie je glans. Hoe hou je een schildering in glazuur op een tegel aquarelachtig? […] En dan is hier een wand vol tegels, een zee die rolt als een vanzelfsprekendheid’, schreef Hanne Hagenaars in haar tekst ‘Arjan van Helmond, Golfbrekers Leeuwarden’.
Raft # 2, 2017, 155×190 cm
Interior # 13, 2005, 70×100 cm (coll. Heden)
Trees en Inner Façade|
Een bijzondere recente groep werken is Trees, die vorig jaar nog te zien was bij de inmiddels opgeheven galerie Albarda Jelgersma in Amsterdam. De galerieruimte leende zich niet goed voor het formaat dat Arjan voor deze serie voor ogen had. Hij kon het perspectief er niet goed ervaren, en dus beperkte hij zich tot een kleiner formaat werk, waarop de beschouwer de bomen van onderaf in ogenschouw kon nemen.
In mei bracht Arjan van Helmond mij weer eens terug naar het Haagse Heden, waar ik voetsporen uit mijn kunstzinnige goeie ouwe tijd heb liggen. Hij exposeerde er in de groepstentoonstelling Inner Façade (met Tian Teng en misha de ridder) dertien ‘sfeerbeelden’ uit verschillende series die hij vanaf 2004 vervaardigde, waaronder het monumentale Rug # 2 (2014) en de gouache Interior (2005), die Heden al verwierf toen ik daar nog werkte. Op de vernissage werd Arjan in een artist-talk door curator Maarten de Leede over zijn werk aan de tand gevoeld. Daar in de vestiging van Heden aan de Denneweg voelde ik me enigszins in een vreemd ‘pakhuis’. Voorheen maakte dat letterlijk deel uit van het perceel van kunstcentrum Heden. Dat pakhuis is inmiddels echter verkocht, en omgetoverd in enkele appartementen. Daarenboven werd een Haags tintje in de overwegend Amsterdams geaarde kunstvoorstelling Inner Façade node gemist. Maar dit terzijde.
De Uitzet in Museum De Wieger in Deurne
En nu keert Arjan van Helmond voor het eerst terug naar het katholieke Deurne, zijn geboorteplaats in De Peel, waar hij tot zijn achttiende tussen de koeien opgroeide, met worstenbroodjes en carnaval. In museum De Wieger zag hij zijn eerste beeldende kunst en geraakte hij blijvend beïnvloed door de collectie schilderkunst uit het interbellum. De Wieger is het voormalige woonhuis van de kunstenaar en verzamelaar dr. Hendrik Wiegersma (1891-1969), een belangrijke vertegenwoordiger van het Nederlands expressionisme. Zijn huis was een ware ontmoetingsplek voor kunstenaars als Otto van Rees, Constant Permeke, Ossip Zadkine en Toon Kelder.
In de expositie De Uitzet toont Arjan van Helmond nieuwe werken op basis van alledaagse objecten die iets vertellen over de relatie tussen mensen, voorwerpen die door hun onbenulligheid interessant kunnen zijn. Het huwelijksservies van zijn ouders vormt de aanleiding: servies, tafel- en bedtextiel, potten en pannen, alledaagse gebruiksvoorwerpen, die ze gebruiken. Hoe herinnering en bron in deze nieuwe werken samenvallen en diep inwerken op het oeuvre van de kunstenaar. Ook in het materiaal vond Arjan van Helmond een nieuwe uitdaging: grote gewassen inkttekeningen op papier die uit meerdere delen bestaan, waarin hij al schilderend de voorwerpen verkende. Inkt en papier geven het werk een intimiteit en breekbaarheid die aansluiten bij zijn ideeën over de relaties zoals verbeeld in de objecten. De Uitzet is zijn eerste tentoonstelling met enkel inkttekeningen. De expositie is van 29 juli tot 19 november 2023 te bezichtigen.
Geraadpleegde literatuur, waaruit is geciteerd en waarnaar in de tekst kan zijn verwezen
- Georges Perec, Het leven een gebruiksaanwijzing. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1995.
- Gerrit van den Hoven over Rundumhausen in Brabants Dagblad, 10 januari 2003.
- Arjan van Helmond en Stani Michiels, Megalopolis. Horizontal and Vertical Observations. Amsterdam: Valiz Publishers, 2007.
- Ingrid Commandeur e.a., Arjan Van Helmond. Navigator. Rotterdam: Veenman Publishers/Gijs Stork, 2007. Uitgave t.g.v. de gelijknamige tentoonstelling bij respectievelijk galerie Juliètte Jongma en bij f a projects, beide in 2007.
- Jurriaan Benschop, Blick ohne Ende. Niederländer in Berlin. Tjebbe Beekman, Ronald de Bloeme, Arjan van Helmond, Maarten Janssen, Michael Markwick, Lidwien van de Ven. Berlijn: Jurriaan Benschop, 2010.
- Maria Barnas & Arjan van Helmond, Gute Nacht Einsamkeit. Haarlem: 99 Uitgevers/Publishers, 2016.
- Dutch Heights (dutchheights.nl), film t.g.v. de Jeanne Oosting Prijs, 2017.
- Hanne Hagenaars, ‘Arjan van Helmond, Golfbrekers Leeuwarden’ (www.hannehagenaars.nl / blog 21-10-2019).
- Arjan van Helmond, What speaks to us. Arjan van Helmond. Fragments in time, space and painting. Prinsenbeek: Jap Sam Books, 2022.
- Radiouitzending Springvossen 470: Robert van Altena met Arjan van Helmond (AmsterdamFM, Kunst en Cultuur, 16 januari 2023).
En voorts:
- Artist-talk met Arjan van Helmond door Maarten de Leede bij Heden, 21 april 2023.
- Gesprek met Arjan van Helmond op zijn atelier, 10 mei 2023.
- Arjan van Helmond is sinds 2013 docent aan de hogeschool voor de kunsten ArtEZ in Enschede. Hij woont en werkt in Amsterdam, waar galerie Gerhard Hofland zijn werk vertegenwoordigt.
Afbeelding in de header van de pagina: Salt and Pepper, 2023, 35×53 cm (detail)