weergegeven: 41-45 van 48 resultaten

De filmografie van Gerard Holthuis

Landen op het oude vliegveld Kai Tak in Hongkong was niet alleen voor piloten een unieke ervaring, ook beeldend kunstenaar en filmer Gerard Holthuis heeft deze beelden als hypnotiserend ervaren. Eind jaren negentig kon men er niet op instrumenten landen, piloten moesten eerst visueel contact maken met een marker op een berg, vervolgens daar recht op af vliegen om tenslotte op het juiste moment de stuurknuppel om te gooien en te landen. Vanaf de berg filmde Holthuis deze unieke ervaring als studiemateriaal voor de film Hongkong (HKG). De muziek van Barry White wordt door het oorverdovend geluid van het naderende vliegtuig weggedrukt: KowLoon City One. Aanvankelijk had Holthuis het plan om met het geschoten materiaal een installatie te maken over zijn fascinatie voor hard geluid. De opnames van zijn cameraman Hein van Liempd, waarin je machtige Jumbo-jets in volle vlucht, met donderend geraas tussen wolkenkrabbers naar beneden ziet glijden maakten zo’n indruk dat hij er in plaats van een installatie, een film van maakte: Hongkong (HKG) uit 1999. Hongkong, dat aan het eind van de vorige eeuw de meest vreemde en buitensporige elementen in zich opnam: een metafoor voor het leven in een miljoenenstad.


De Stad in het HCAK, 1996

Twee jaar eerder liet Gerard Holthuis in het toenmalige Haags Centrum voor Aktuele Kunst (HCAK) aan de Stille Veerkade, ook een indrukwekkend werk zien. Drie aaneengehechte installaties. Allereerst De Stad, een filminstallatie als achtergrondprojectie, waarin de kunstenaar met een lamp en een camera ’s nachts vanuit een boot de wateren van Den Haag verkende. Daarna De Jongens, twee in dit geval, die op scooters door de stad scheurden, vrouwen van hun handtasjes beroofden, of mensen bij een pinautomaat overvielen. Deze scenes speelden zich op zeven schermen en spiegels af waardoor de kijker zijn eigen montage kon maken. Tenslotte De Meisjes, als tegenhanger van De Jongens, met hun naar buiten gerichte activiteiten. De bewegingloze beelden van de meisjes werden middels zeven opgehangen projectoren op postkaartformaat op de grond geprojecteerd. In de programmering van het HCAK zou je de  kunstenaar Gerard Holthuis niet verwachten. Als je tenminste de thematische, over langere perioden uitgestrekte projecten beziet, die dit experimentele kunstcentrum tussen 1978 en 1996 arrangeerde. Holthuis’ filmwerk lijkt wat in de vergetelheid te zijn geraakt. Daar wil ik het in dit verhaal aan ontrukken. Hij is een kunstenaar, die net zoveel aandacht verdient als de vele, inmiddels bekende en vaak gelauwerde kunstenaars, die het HCAK in de jaren van zijn bestaan bevolkten.
(meer…)

De klare taal van Bob Bonies, Ad Dekkers en galeriehoudster Riekje Swart


Opening tentoonstelling in Galerie Swart in 1968
v.l.n.r. Ad Dekkers, Hans Koetsier, Riekje Swart, Bob Bonies en Peter Struycken © Studio AP, Amsterdam

Terwijl eind jaren vijftig iedereen met Cobra bezig was, brak een periode van veranderingen aan. Nieuwe richtingen in de kunst ontstonden, de Nederlandse en Belgische Informelen, Zero of Nul: kunstenaars, die abstracte kunst wilden maken zonder diepzinnige emotionele achtergrond. Andere jonge, systematisch werkende kunstenaars (her)ontdekten de belangrijkste constructivistische kunstenaars van voor de oorlog: Mondriaan en Van Doesburg. Het concept  van concrete kunst, dat Van Doesburg had geformuleerd pakten deze jonge kunstenaars op: Bob Bonies, Ad Dekkers en Peter Struycken. Zij werden de pioniers van een nieuwe, rationeel denkende generatie kunstenaars die zich rond 1960, na de expressionistische periode van Cobra, manifesteerde. In dat klimaat begon Hendrika (Riekje) Swart in 1964 haar galerie aan de Keizersgracht in Amsterdam. Die zou legendarisch worden. Op Cobra was ze totaal uitgekeken, ze had er zelfs een afkeer van en zocht per se naar iets anders. (meer…)

Het bijna niets van Piet Moget, schilder van licht en ruimte


Piet Moget, bij zijn rijdend atelier aan de kade in Port La Nouvelle, 2001 © Photsea Studio

Eind oktober fietsen we op een koude, maar heldere herfstochtend in de Languedoc langs de Middellandse zeekust, van Narbonne naar Port la Nouvelle. Na alle drukte van de stad duikt na enige tijd haast vanuit het niets een overweldigend natuurgebied op: La Narbonnaise. Honderden kraanvogels en flamingo’s bivakkeren in dit binnenmeer. In de ijle lucht overvalt je het licht, dat met de minuut verandert als de ochtendzon naar boven kruipt. Al snel ketst de zon als een bezetene op het water aan de beide zijden van de wegdam en lijkt de roze gloed van de flamingo’s naar de hemel te weerkaatsen. Voorbij dit vogelrijke natuurgebied verandert de omgeving plotsklaps. Even voor het stadje Sigean rijden we door een ongenaakbaar, veel harder en kaler landschap. Het is een landstreek waar de Mistral en de felle zon nu in het najaar hun sporen tussen uitgebloeide wijngaarden hebben achtergelaten. Verderop, richting Port la Nouvelle ontwaren we betonnen silo’s en havenkranen die ons aan een Oosteuropees landschap doen denken. Als we na onze fietstocht op de wintercamping naast het Afrikaanse wildpark bij Hameau du Lac arriveren, een paar kilometer van de autoroute Montpellier- Perpignan, is de lucht inmiddels gaan betrekken. Grijstonen voeren nu de boventoon. Zo ervaren we vandaag het licht en het landschap vele malen anders, afhankelijk van de helderheid, de kleuren en het uur van de dag. In deze landstreek heeft het licht een bijzondere kwaliteit.

   
Zonder titel, 1986 – 1987, olieverf op doek, 195 x 185 cm (l)
Zonder titel, 1991 – 1995, olieverf op doek, 126 x 117 cm

(meer…)

Onder de rook van Van Abbe (2): Piet Dirkx en Stijn Peeters in E’ven


Piet Dirkx, Fragile Van Abbe, Heden, 2009 © Ingrid Scholten

Polychromeur Piet Dirkx: Too many things to be seen at the same time

Het artistieke hoofd van kunstenaar Piet Dirkx, die door Hans Biezen nog op de Jan van Eyck Academie is begeleid, loopt over. Zijn werk is een eeuwig onderzoek naar vorm en kleur. De relatie tussen poëtische teksten en lyrische tekeningen valt daarin het meest op. Dat is mooi zichtbaar in zijn notitieboekjes, waarvan de inhoud als een belangrijke bron voor ander werk dient.  Als het hem uitkomt maakt  Piet Dirkx ze onderdeel van installaties, die hij in specifieke ruimten bouwt. Die installaties kan men zien als een tijdelijke verplaatsing van allerhande voorwerpen uit zijn Eindhovense atelier naar de beslotenheid van een museum, galerie, fabriek, huis, tuin of zelfs de context van een theater. Om ze op zulke plekken systematisch en zonder enig vooropgezet plan te ordenen: als een indringend visueel dagboek van zijn ervaringen.

(meer…)

Onder de rook van Van Abbe (1): Hans Biezen en René Daniëls


Vlnr: Piet Dirkx, René Daniëls en Hans Biezen, 2001 © Joyce Cordewener

Enig provincialisme is mij niet vreemd. Wat wil je als je zelf een deel van je jeugd naast Sint-Joost in de Bredase binnenstad hebt doorgebracht? Deze zomer zag ik in Tilburg de tentoonstelling Brabant Nu 2011. Elf kunstenaars, die vanwege hun opleiding of woonplaats een speciale band met Brabant hebben, presenteerden er nieuw werk. Hun favoriete popsong, die met een audioguide bij ieder werk te horen was, diende als vertrekpunt. Eindhovenaar Stijn Peeters was er met werk uit zijn nieuwe serie The world upside down en zijn favoriete nummer I wanna be your dog van de rock-punkband Sonic Youth & Iggy Pop de nestor in dit voor het merendeel jonge gezelschap.

    

René Daniëls, Zonder Titel, 1977, particuliere collectie © Stichting René Daniëls, Eindhoven (l),
René Daniëls, Zonder Titel, 1977 © Stichting René Daniëls, Eindhoven (r)

Even verderop hingen in De Pont naast elkaar drie schilderijen van Brabants bekendste kunstenaar: René Daniëls, geboren en getogen in Eindhoven. Die brachten me terug naar de muziek, die Daniëls fascineerde: de rauwe punk van groepen als Blondie, The Ramones en de Talking Heads met David Byrne. Hij filmde hun concerten en koos, daardoor geïnspireerd, (langspeel)platen en camera’s als onderwerp voor zijn eerste werken. Het is een goede aanleiding eens stil te staan bij de jonge kunstenaarsgarde uit het kunstleven in Eindhoven, midden jaren zeventig en jaren tachtig. Niet alleen vanwege mijn sympathie voor steden, waar ze de zachte-g goed articuleren, er is meer aan de hand. Maar voor Brabantse kunstenaars heb ik wel een zwak.

(meer…)