In herinnering Fluxus-kunstenaar Bob Lens


De aankondiging van Bob Lens’ overlijden op Facebook en Instagram, enkele dagen nadat hij geruisloos en zo maar ineens weg was, past in de geest van Fluxus. De mededeling dat “Alle wekkers wereldwijd in concert zijn” begeleid door drie getekende wekkertjes voert terug naar happenings en events waar Bob Lens met name in de turbulente jaren zestig aan deelnam en die vaak naar zijn idee ontstonden. Zoals in 1964 tijdens het Flux Festival in Scheveningen, bij de uitvoering van zijn ‘concert’ met veertig wekkers: ‘40.13.11.64.21.30. hrs’, waar tijdens een muziekuitvoering op verschillende momenten veertig wekkers uitbundig begonnen te rinkelen. De titel van het werk verwijst naar het aantal wekkers, de datum en het aanvangsuur van de performance. Fluxus zorgde in die bewogen jaren samen met NUL en de conceptuelen voor de nodige artistieke vernieuwing.


Bob Lens, weer een bijzondere Haagse kunstenaar minder, hoewel ik hem niet regelmatig tegenkwam. Maar als je hem, al of niet spontaan, tegen het lijf liep, dan overstelpte hij je met verhalen; je kon dan meteen ook in een (pittige) discussie met hem verwikkeld raken. Bob kon uitwijden over (beroemde) kunstenaars die hij goed kende: Keith Haring, Ben Vautier, Robert Filliou, Joseph Beuys en anderen, terwijl hij in mijn herinnering over zijn eigen werk nooit zoveel losliet. Als reactie op de aankondiging van zijn overlijden betitelde iemand hem als ‘Meester van het onopvallende’. Mij blijven van Bob Lens mooie sporen bij, die hij ons met name uit de laatste dertig jaren van de vorige eeuw heeft nagelaten. Afgelopen decennia bleef Bob Lens bij mij enigszins onder de radar, niettemin voerde hij nog de nodige projecten uit. Hieronder breng ik een aantal in herinnering.


P.T. Art Manifest en De Plastic Tas
Een opmerkelijk project, bij een breed publiek wellicht zijn bekendste, was De Plastic Tas. Dat vond plaats in een tijd dat er in de museumwereld veel opwinding bestond over Massacultuur, een serie projecten geïnitieerd door het toenmalige Gemeentemuseum, die geruime tijd op hevige afkeuring dan wel luide bijval kon rekenen. In1968 vervaardigde Bob Lens het ‘P.T. Art Manifest’ (Plastic Tassen Kunst Manifest). Ter gelegenheid daarvan deelde hij bij de opening van zijn tentoonstelling in de Rotterdamse galerie ’t Venster plastic tassen uit. De illustraties, belettering en tekens erop betitelde hij als een bewegende grafiek op een bewegend stilleven. Aldus begon hij plastic tassen te verzamelen wat in1982 uitmondde in zijn tentoonstelling De Plastic Tas in het Lijnbaancentrum/RKS Rotterdam. Hier nam hij de bezoekers mee in het proces van de ‘verwording’ van deze plastic drager: over de geschiedenis van de verpakking, vormen en stijlen van de plastic tas, het vervaardigen van kunststoffolies ervoor, de verschillende gebruiksmogelijkheden et cetera. Ook actuele kwesties als recycling, weggooiplastic of de energie om ze te maken kwamen in beeld. Zo wilde hij de plaats van de plastic tas en zijn gebruiker duidelijk maken en hen zo reëel of denkbeeldig motiveren ‘een nieuwe danser te zijn in de choreografie van de kringloopsculptuur’ door herkenning en eventuele deelname aan zijn plastictassenproject, zo beargumenteerde hij het doel van zijn project. Er was ook een collage van tassen te zien met het commentaar van kunstenaars uit binnen- en buitenland. Hij had hun een maagdelijk exemplaar gestuurd met het verzoek die te voorzien van commentaar en aan hem te retourneren. Zijn verzameling was 6500 plastic tassen groot. Door ze bij elkaar te brengen, kon men het gebruik van de ‘taal’ op de tassen met elkaar vergelijken. Veel tassen werden verzamelobjecten, zoals de destijds originele Mondriaan-tas van het Gemeentemuseum, uitgevoerd in zwarte horizontalen en verticalen met een blauwe rechthoek op een wit fond. Over het onderwerp gaf Bob Lens ook een serie lezingen: ‘De ongewone geschiedenis van gewone dingen’. In het Stedelijk Museum Schiedam vond in 2016 een ‘reprise’ plaats van De Plastic Tas.


Veelzijdig
Bob Lens was een veelzijdig kunstenaar en bedreven in vele technieken. Schilder- en grafische kunst, fotografie, video, projectkunst, (binnenhuis)architectuur, stedenbouw, portretten en decors maakten deel uit van zijn oeuvre. Hij ontwikkelde in samenwerking met Ray Staakman zelfs kinetische objecten, waarmee zij in 1964 samen deelnamen aan een internationale expositie in Londen. Zijn schilderingen in de jaren zeventig betroffen thema’s uit het dagelijks leven: realistische stadsgezichten, architectuur en dergelijke in een vormentaal verwant aan het hyperrealisme. Maar ook series oogstrelende landschappen, bosschages of boomgroeperingen die met penseel en de verfspuit ontstonden. De kunstenaar exposeerde zulke werken in 1976 in het Haags Gemeentemuseum (Haagse ateliers nr. XXXIII), door Philip Peters in de begeleidende publicatie onder de noemer Figuratieve Abstraktie geschaard. Later worden in Lens’ werken meer abstracte vormen met strenge vlakverdelingen zichtbaar. Ik herinner me zijn maskers als tweedimensionale ruimtelijke objecten, soms zo abstract van vorm dat je er met moeite een menselijk gelaat in herkende. Hij vervaardigde er een video over, een volgens een vast patroon bewegend schilderij van maskers. In 1988 organiseerde galerie Franklin Furnace in New York Lens’ masker-tentoonstelling Bags as Masks.

Bob Lens had een passie voor ontwerpen. In 1965 ontwierp hij voor het boekenbal een popartachtige stropdas, een kolossale ruit met opvallende figuren, die furore maakte. Na advertenties in Hitweek ontwierp hij er meer modellen van, die voor ‘drie riksen’ de deur uit vlogen. Verschillende (Haagse) bands tooiden zich ermee. En passant ontwierp hij de kleurrijke hoes van de eerste solo-lp van Barry Hay. Ook affiches voor MOJO  of de Haagse CPC-loop kwamen uit zijn handen. Zelf koester ik nog het fraaie geboortekaartje van mijn dochter.

De Haagse band The Motions met de stropdassen van Bob Lens (foto uit de Panorama van 23 oktober 1965)


Gedeeld Panorama
Bob Lens woonde indertijd boven Panorama Mesdag aan de Zeestraat. Hij ontkwam er niet aan om dit museum eens tot onderwerp van een kunstproject te maken. Het resulteerde in 1989 in de gelijknamige videoinstallatie, die hij samen met Heiner Holtappels produceerde. De kunstenaars wilden onderzoeken en verkennen wat de werkelijke horizon uit Mesdags Panorama was. Daartoe huurden zij een vliegtuig om het landschap in een cirkel van 18 kilometer om het Panorama Mesdag te filmen. Loodrecht vanuit de lucht, als een mes dat stukken uit het landschap snijdt. Alle horizonnen bleken erin te zitten, tot en met de haven in Rotterdam, de bollenvelden en vanzelfsprekend de oneindige Noordzee toe. Op twaalf minitoren was de videoinstallatie te zien in het Haagse Kijkhuis.


Samenwerking
In 1977 luisterde Bob Lens het vijf-jarig bestaan van de Artoteek Den Haag op met het ontwerp en de inrichting van een tentoonstelling in een dubbeldeksbus, die gedurende het jubileumjaar langs verschillende Haagse wijken toerde. In die tijd kwamen gevarieerde kunstprojecten in diverse (achterstands)wijken tot stand, veelal aangejaagd door de Educatieve Dienst van het voormalige Gemeentemuseum onder leiding van Henk Overduin (wie kent hem nog?), die met de Kunstkar, een verplaatsbare tentoonstellingsruimte, de Haagse wijken in trok. Ook in 1991 mocht ik met Bob Lens samenwerken. Hij realiseerde toen voor de derde Tour d’Art van de Artoteek, een installatie in het zakelijk en esthetisch doordachte schoolgebouw van architect J.J.P. Oud aan de Goudsbloemlaan, waar toen het Segbroek College zetelde. In een van de lokalen plaatste hij op de bankjes doossculpturen in eenduidige posities, geënt op de zakelijke opvattingen van Oud. Wellicht het eerste van de dozenprojecten die Lens nadien zou uitvoeren. Zijn voorstel om gedurende het weekend van de Tour d’Art tevens twee paarden te stallen in de trappenhal (als contrast met de muurschildering van Karel Appel?) vond geen gehoor bij de schooldirectie.


Een scherpe kijk op bouwen toonde Bob Lens in een project in het Haags Gemeentemuseum in 1995. Tijdens een grondige restauratie van het gebouw van Berlage dat jaar bood de kunstenaar de gelegenheid om ‘nieuwe dingen te laten gebeuren’ zodat men de restauratie niet als negatief zou ervaren, aldus betoogde de toenmalige directeur Hans Locher. Gedurende de opknapbeurt trok Lens het museum door op zoek naar specifieke ingrepen in het bouwproces, om zo een verbinding te leggen tussen kunst, publiek en bouwen. Hij brak er plekken figuurlijk open die architect Berlage zelf nooit gezien kon hebben, zoals de tuin/binnenplaats die in het midden tot onder de fundamenten werd afgegraven. Lens verbeeldde die ingrepen tijdens de renovatie in tekeningen, fotografie, houten rasters en constructies.


De Tisch als Konstrukt
In een van de locaties van Stroom aan de Toussaintkade presenteerde Bob Lens in 1994 het project Bureau Imaginaire / Observatorium Total, een langlopend proceswerk in de vorm van een installatie die voortdurend van gedaante veranderde: een bouwwerk van vaste en verplaatsbare, veelal houten bouwmaterialen, segmenten, dikwijls in relatie met de sociale historie van de locatie. Een theoretisch, visionair en conceptueel werk, dat hij als Obeservatorium Totaal op diverse locaties in Europa bouwde en waar hij continu aan werkte. In 1993 voegde hij een tweede betekenislaag aan dit proceswerk toe, het Bureau Imaginaire, waarin ‘de tafel’ met zijn vele functies centraal stond. Zo ontstond een tweeledige structuur, een soort combinatie van hard- en software, die hij voor het eerst in Bremen in galerie Cornelius Hertz toepaste. Kunstenaars, geïnteresseerden en bezoekers werden uitgenodigd om mee te denken aan de ontwikkeling van het project. Het kreeg in 2020 een soort vervolg in zijn solo-expositie Individual Situations bij de Haagse galerie HOK, waar dikwijls de geest van Fluxus rondwaart. Nu presenteerde HOK zich als Bureau Imaginaire van Bob Lens, met nieuw werk van hem, prints, tekeningen uit notitieboeken en zo meer. In de geest van Fluxus vonden er performances plaats, levendige (groeps)gesprekken met Bob of zo maar een uitwisseling van gedachten, veelal aan de hand van tentoongestelde tekeningen. En uiteraard ontbraken de wekkergeluiden niet. Ook verzorgden ‘flux-werkers’ van de galerie een oproep naar kunstenaars om een bijdrage aan Individual Situations te leveren, hetgeen resulteerde in het schrijven en voorlezen van gedichten, een-op-eengesprekken, of voorstellen voor oefeningen als hulpmiddel om met het lichaam letters uit het alfabet te vormen. Met Individual Situations werd ook de 1.000.057ste verjaardag van de kunst gevierd: L’Anniversaire de l’Art (de Franse Fluxus-kunstenaar Robert Filliou vierde in 1963 het 1.000.000ste jaar van het bestaan van de kunst), dat in Fluxus-kringen wereldwijd nog altijd wordt gevierd, en waarin HOK twee jaar geleden participeerde. Bij mijn weten was Individual Situations Bob Lens’ laatste project in zijn woonplaats.


Voor menigeen is Bob Lens onder de radar gebleven, hij verbleef voor zijn kunst ook regelmatig in het buitenland, en leek dan niet veel ruchtbaarheid te geven aan zijn kunstprojecten. Blijkens reacties op zijn overlijden heeft hij bij velen ‘een onvergetelijke indruk’ achtergelaten. In zijn archief schijnen zich nog cahiers en notitieboeken te bevinden volgeschreven met honderden recepten voor kunstwerken, -projecten en -acties, partituren van architectuur of tekeningen, “Blauwdrukken voor kunstwerken die wachten op uitvoering, Tja…….het zijn toch aanbiedingen” zei hij ooit over zijn werk. Het zal er niet meer van komen. Zijn kunst zal echter niet snel vergeten worden, niet in de laatste plaats vanwege de inspirerende rol die hij als Fluxus-man speelde in het kunstcircuit, ook in het Haagse en internationaal. Laat zijn wekkers nog maar lang rinkelen.

Geraadpleegde teksten
Harry Ruhé, Fluxus, the most radical and experimental art movement of the sixties. Amsterdam: Galerie A, 1979.
Hedendaagse Haagse beeldende kunstenaars. Den Haag: Dienst voor Schone Kunsten, 1977.
Casper Postmaa, ‘Kunst om te overleven’. Haagsche Courant, 13 september 1995.
Frits Abrahams, Michiel Morel, Helga Ruebsamen e.a.(contribut.), Kroniek van een ideaal. Van Artoteek naar Heden. Den Haag: Heden, 2010.
Frits Dijcks, ‘Article Imaginaire@Bureau Imaginaire’. Geplaatst op Jegens&Tevens (jegensentevens.nl), 20 oktober 2020.
Divers archiefmateriaal; een aantal afbeeldingen is afkomstig van de website van Bob Lens.
Voor geïnteresseerden is op de (Franstalige) website van Jean-François Aillet  meer te lezen over Bob Lens’ project Voyage de tâches op strand Zuid in Den Haag, september 2005.

2 reacties

  1. Dag Michiel, wat bijzonder deze herinnering aan Bob. Gerard kende hem natuurlijk langer dan ik. We kwamen wel daar waar hij woonde beneden (?) Panorama Mesdag, hij logeerde bij ons in Frankrijk, hij ging een performance doen in Perigueux en hij bracht toen de grootste kip ooit mee als vergoeding voor de logeerpartij, waar ik toen uitgebreid een Chinese maaltijd in mijn stoommanden mee heb gemaakt. Hij kwam niet zo lang voor zijn dood een nichtje van mij tegen in Amsterdam en vroeg toen aan haar of ik contact met hem wou opnemen. Maar door ziekte, boek maken Gerard, heen en weer reizen tussen de Dordogne en Nederland kwam het er niet van en toen heel snel opeens was hij dood, dat hoorde ik ook weer van dat nichtje. Maar erg leuk dit allemaal te lezen wat hij voor bijzondere, fantastisch projecten maakte. Dank!

  2. hij was mijn eerste liefde ben erg geschrokken dat hij is overleden.
    wij gingen met elkaar om rond 1956 hij zat nog op de academie we hebben elkaar nog 3jaar geleden gezien.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *